Column 8

Reclame | 2011
afb schilderij 'Willem Tell', Bert Kinderdijk BK afb detail schilderij Ladenkastje BK
afb: Schilderij ‘Willem Tell’, Bert Kinderdijk BK | en detail schilderij Ladekastje, BK | Particuliere collectie
In de boekenkast van mijn ouders viel mijn oog op een boek met de titel ‘Lijmen/Het been’. Ik was klein, het boek stond hoog en ik las alleen de rug. Nog niet had ik zo’n vreemde titel gelezen. Verderop in de kast stond een serie met mijn naam in gouden letters en de reeks werd afgesloten met de titel ‘Claudia in New York’. De Y kende ik niet nog en ik las het als ‘Claudia in nieuw vork’. Bij de boeken onder handbereik lagen twee exemplaren met informatie over onder andere de watersnoodramp van Zeeland in 1953, en het beeld van dode koeien die in het water drijven is mij hierdoor altijd bijgebleven. De 500 wenken voor vertegenwoordigers stond ernaast. Het woord wenken kwam op mij vreemd over. Mijn vader was vertegenwoordiger en die zag ik nooit wenken, wel werken, en hij las niet in dat boekje, dat deed mijn moeder en ze vertelde hem de geheimen van het verkoopvak.
Alweer jaren onderweg voor de Gouden Gids bezocht ik een klant in Soest. Over het advertentieprogramma waren we het snel eens en de man begon te vertellen over het boek Lijmen/Het been. Of ik het had gelezen? Nee, wel gezien in de boekenkast van mijn ouders. Hij raadde mij aan het te lezen. Dit boek was het ultieme verkoophandboek voor de advertentieverkoper. Het raakte weer op de achtergrond maar in 2000 verhuisden wij naar Antwerpen en ik kon er niet meer omheen. Ik was in de stad van Willem Elsschot, pseudoniem voor Alfons de Ridder en schrijver van o.a. het boek Lijmen/Het been. Ik kocht het boek en las het in een keer uit. De tijden zijn niet veranderd. ‘Lijmen, de mensen bepraten en dan doen tekenen’ was zeer actueel. Het boek vertelt het verhaal van Boorman, die een Algemeen Wereldtijdschrift uitgeeft, en Frans Laarmans een man van rond de dertig jaar die een sukkelig bestaan leidt en op zoek is naar, wat ze nu noemen, een nieuwe uitdaging.
Ze vinden elkaar en Boorman draagt Laarmans op te doen wat hij zegt, maar vooral te doen als hij doet, praten zoals hij praat en zwijgen zoals hij zwijgt. Laarmans krijgt een contract voor een jaar en wordt goed betaald. Als hij het goed doet mag hij blijven en anders wordt hij eruit getrapt. Laarmans twijfelt of hij het wel zal volbrengen te doen wat hem wordt opgedragen. Boorman legt de vinger op de juiste plek en zegt dat willen, in de zaken die hij doet, moeilijker is dan het doen. Elsschot laat je door het hele verhaal voelen wat er gebeurt en beschrijft het advertentieverkopersvak met de hit en run-strategie op een sublieme manier.
Hoe herkenbaar, uitgegeven in 1924 en bij DTG De Telefoongids | Gouden Gids wordt nog dagelijks tegen deze manier van verkopen gestreden, bij Radar en Kassa weten ze er alles van. ‘Boormaniaans wereldtijdschriftbedrog’ een kreet die Jan Blokker sr. gebruikte voor de oprukkende verkoop van gebakken lucht in Nederland. Ik vroeg aan mijn moeder of ze het boek nog had. Ze was kleiner gaan wonen en het boekje had de selectie niet doorstaan, helaas.
Ik ben een advertentieverkoper, niet van de ergste soort, ik treed in de voetsporen van Elsschot en ik woon in zijn stad. We zijn op zoek naar een huis en in de Lemméstraat, de schrijversstraat van Antwerpen waar Elsschot, Walschap en Berckmans woonden, staat een deftig huis te koop. Hier had Alfons de Ridder zijn reclamebureau en hier werden de plannen gesmeed en de verhalen geschreven. Uiteindelijk kozen wij voor een andere woning, op het Antwerpse Zuid, om de hoek in een straat waar Alfons de Ridder ooit woonde en waar de grootvader van Patrick Janssens, de burgemeester van Antwerpen (2003-2013) ook woonde. Zowel Alfons de Ridder als Patrick Janssens hebben hun sporen verdiend in de reclame.
Bij zijn aantreden als burgemeester in 2003 wist Patrick Janssens precies wat hij met de stad wilde bereiken; ‘marketing die de inwoners van de stad centraal plaatst. Zij zijn de ambassadeurs van de stad en zij komen altijd op de eerste plaats’. Vanaf dat moment communiceert de stad nog slechts met een boodschap en richt zich hiermee tot verschillende doelgroepen; Antwerpenaren, Vlamingen en Toeristen. Dit alles uitgedrukt in een letterlogo in de vorm van een stralende ‘A’ met de dubbele betekenis ‘U’ en ‘Antwerpen’. Een sterk staaltje citymarketing en het roept bij mij het juiste gevoel op. Heeft Tilburg jaren later ook niet een letterlogo gelanceerd?
In 2006 werd de campagne gestart voor ‘De grote zomer van Antwerpen’. Onze straat stond model voor de foto op de cover van de zomergids en op de vele billboards in de stad. En, zoals Patrick Janssens heeft beloofd, eenduidige communicatie. Op elke hoek van de straat en in iedere krant kwam de campagneafbeelding opduiken met ons huis prominent in beeld en de hand van BK (beeldend kunstenaar / ontwerper en echtgenoot) die dit alles vanuit de erker gadeslaat, nog net zichtbaar. Ik volg nog steeds de voetsporen van Willem Elsschot, ik schrijf en….mijn moeder heeft het boekje opnieuw gekocht. Zal zij het weer lezen?
afb: Schilderij ‘Willem Tell’, Bert Kinderdijk, BK | en detail schilderij Ladekastje, BK | Particuliere collectie
afb schilderij 'Willem Tell', Bert Kinderdijk BK afb detail schilderij Ladenkastje BK
gepubliceerd in 2011
Horen zien en linken
Overzicht