Columns over verkopen en kunst |
||||
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
||||
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Claudia
Zielman ![]() ![]() ![]() ![]() |
|||
Home | Columns | Makelaars | ||||
Makelaars
Groningen,
Kunstenaarsparadijs?! Dat is de titel van een tentoonstelling in Museum
Wierdenland in Enzinge die loopt van 19 oktober 2019 tot 3 mei 2020. 27 Groninger kunstenaars
presenteren prachtige kunst, uitgevoerd met diverse materialen en
technieken. De meeste van hen komen oorspronkelijk niet uit dit
gebied. Waarom willen ze juist hier wonen en werken? Is de regio een
paradijs voor kunstenaars? Nadat wij in oktober 2017 de woning
hadden verkocht, huurden wij tijdelijk een huis van een relatie uit het
kunstcircuit in Utrecht. BK (beeldend kunstenaar, ontwerper en
echtgenoot) was content, immers hij was verknocht aan het licht en de
sfeer rondom de stad waar hij in de vorige eeuw naar de academie ging,
en waar hij jaren lang werkte in een schitterend atelier. Vanuit hier
startte onze zoektocht naar een atelierhuis ergens in Nederland of
Vlaanderen. ‘Zo gepiept’, zei BK die al weken enthousiast op Funda
verbleef. Maar het bleek anders. De zoektocht duurde bijna twee jaar,
en totaal gedesoriënteerd vanuit onze tijdelijke stulp pal aan de A12,
raakten wij haast overspannen van al het ‘geweld’ dat dagelijks op ons
afkwam. De wereld was veranderd en wij snakten naar adem. Maar waarom
duurde het dan zolang voordat wij iets geschikts vonden?
Eind 2017 zaten we nog in de staart van de crisis met het bijbehorende
beslistempo. Ook zochten wij in de buitengebieden en daar ging het
allemaal wat langzamer. Wij namen de tijd om ons goed te oriënteren en
hier en daar eens te gaan kijken. Intussen begonnen de huizenprijzen te
stijgen en werden de panden sneller verkocht. Geen nood, dat gold niet
voor ons, wij zochten immers geen courant pand. Omdat wij economisch en
emotioneel niet meer aan een bepaalde streek gebonden waren, konden we
overal gaan wonen. Antwerpen bleef trekken. Immers wij woonden daar van
2000 tot 2008 met heel veel plezier. Of misschien net onder de rook van
Antwerpen in Nederland? Een van de eerste panden die wij bekeken lag in
een grensdorp in het uiterste puntje van Nederland op de ‘Brabantse
Wal’. Vanuit de badkamer van de romantische burgemeesterswoning zag je
de haven van Antwerpen, en dat voelde goed. We deden een bod, maar we
grepen ernaast, de verkoper besliste anders en besloot het pand toch te
verhuren. Ik was teleurgesteld en niet gewend om met dit ‘nee’ om te
gaan. Het voelde anders dan de duizenden keren ‘nee’ van klanten van DTG
die jarenlang mijn voorstellen afwezen. Ik had geen invloed op het
‘nee’ van de eigenaar van de woning, en het nam even tijd om het door
mij in mijn hoofd al ingerichte pand met hoge plafonds te laten
vervagen. We zochten verder. BK had zo zijn eigen ideeën; veel grond,
veel schuren en het liefst aan het einde van het zandpad. De prachtige
woonboerderijen in Groningen lieten hem niet los. Ik dacht aan de
woorden van mijn zus; ‘gaan jullie niet té afgelegen wonen? Hoe moet
het dan met Puttertjes (korte verhalen over kunst en erfgoed in
Nederland en Vlaanderen met actuele tentoonstellingen)? En hoe leuk zou
het zijn als het atelier binnendoor vanuit het huis bereikbaar is…’
Mijn lijstje met geselecteerde woningen werd door BK vaak met een
schuin oog bekeken. ‘Het zou kunnen…’. Ik beschouwde het als een ‘nee’
en ik nam mijzelf onder handen. Ons nieuwe huis werd op emotionele
afstand gezet. Wij maakten er een project van, en we gunden onszelf de
tijd om een heel jaar te onderzoeken wat het zou moeten worden. Het
werd werk zoals ik altijd had gewerkt bij DTG; veel bezoeken, veel
onderzoeken, veel praten, veel kijken, maar vooral veel luisteren en je
geduld bewaren. Mijn zusje, vrienden en kennissen zochten dapper mee en
tipten ons regelmatig. Na maanden zoeken naar panden naast
windmolenparken, in aardbevingsgebieden, onder vliegroutes, tegenover
lege kerken, tussen studentenhuizen, op half clandestiene
recreatieparken, langs gevaarlijke wegen, naast musea, scholen,
sportvelden, bedrijventerreinen, snelwegen, panden zonder
woonvergunning, op erfpacht, op snippergroen, met recht van overpad en
wat je verder allemaal tegenkomt in het kleine Nederland, waren we
behoorlijk Funda-moe. En dan hebben we het nog niet eens over de staat
waarin het goed wordt aangeboden. We konden geen pand op Funda meer
zien, en geen tekst meer lezen. BK zocht verstrooiing en keek naar ‘Het
Roer Om: Terug Naar Het Franse Kasteel’, een programma van Jack en
Angel Strawbridge (Martien en Erica Meiland waren nog niet in beeld).
‘Zullen we…?’, hij ging op zoek naar kasteelwoningen in Vlaanderen en
Wallonië, en hij vond!’ Net onder Maastricht, in een klein dorp
richting Luik stond een kasteelwoning te koop. Internet is een prettig
hulpmiddel als je de omgeving eens goed wilt uitpluizen, en dat deden
we alvorens wij de afspraak met de makelaar maakten. Wat
bleek, de buren stonden ook te koop. Dan moet je natuurlijk wel goed
doorvragen, maar wij konden beide panden op één dag bezichtigen. Helaas
was de kasteelwoning te ver heen voor ons om er om er iets van te
maken, daar kwam meer (geld) bij kijken. Tijdens het wachten op de
volgende makelaar keken we naar het buurpand. Het stond tegen de kasteelwoning aan maar het leek alsof het ooit een geheel
was geweest. En dat was zo. Dit was ooit het huis van Albert
Jean-Baptiste Joseph Thys (1849 – 1915), Belgisch koloniaal officier en
ondernemer in de Onafhankelijke Congostaat. Onder zijn leiding werd de
spoorweg tussen Matadi en Leopoldstad (het huidige Kinshasa) aangelegd,
en een van zijn maatschappijen exploiteerde de steenkolenmijn Julia in
Eygelshoven bij Maastricht, genoemd naar zijn dochter Julia. Dit
pand heeft ons het meest verrast tijdens onze zoektocht. Magnifiek!
Een koninklijk gebouw met een prachtige zaal die als atelier kon worden
gebruikt inclusief vide. Waar wachtten we nog op? Wikken en wegen,
passen en meten, puzzelen en rekenen, nadenken en vooruitkijken. Zo
roekeloos als we een kwarteeuw geleden een molenhuis kochten, waarmee
we achteraf veel geluk hebben gehad, zo voorzichtig gingen we nu te
werk. Als je al enkele panden hebt bewoond, dan weet je intussen wel
waar de knelpunten zitten.
Wat staat ons te wachten? BK is avontuurlijker aangelegd, maar hij zag
ook de valkuilen. We zagen ervan af, maar we hadden geleerd en we
stelden onze wensen bij. Over
een ding waren we het nu wel eens, het moest een pand met sfeer en
karakter zijn op een plek waar je de geschiedenis kunt voelen! En dat
was niet het enige. Wat dacht je van vrijstaand (geen
contactgeluiden), op een rustige plek, met atelier en
garage/werkplaats, een overzichtelijke tuin (niet al te groot), zonder
directe overburen, in een kleine gemeenschap met voorzieningen, met
vlotte aansluitingen naar snelwegen in alle richtingen, en dan ook nog
in het centrum van Nederland en Vlaanderen. Keer op keer veranderden we
de criteria in de zoekmachine van Funda, en algoritmes deden hun werk. Als
je je kunt verplaatsen in de gedachten van makelaars die verkoopteksten
bedenken, dan kom je een heel eind. We bekeken kerken, scholen,
boerderijen, schepen, fabriekjes, pastorieën, cafés, restaurants,
winkelwoningen, opslagplaatsen en een paar schitterende monumenten van
bekende architecten in Nederland en Vlaanderen. We werden ingehaald
door de tijd. De
prijzen stegen rap en makelaars maakten dankbaar gebruik van dit
mechanisme. We moesten in de rij. Kijkmomenten en open dagen daar deden
we niet aan. We kregen e-mails te verwerken met teksten als ‘Er zal
voor het weekend gecommuniceerd worden of de woning wordt gegund en wie
de eventuele koper is, met wie wij graag een koopovereenkomst sluiten’, en, ‘Naast een maximaal bod verwachten wij ook van u te horen onder
welke conditie u een bod uitbrengt’. |
We
brachten meerdere keren een eindbod uit en we zijn meerdere keren
uitgespeeld, en dat was een onaangename ervaring. Ook zijn we zelf een
paar keer afgehaakt tijdens de onderhandelingen, geen fraaie actie maar
wel noodzakelijk. Immers de koper heeft onderzoeksplicht, en dan kom je
soms zaken tegen die niet helemaal rijmen. Een paar forse investeringen
in een keuring van monumentenwacht leverde ongemakkelijke resultaten
op. Maar beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Wat nu? Moesten
we onze zoektocht tijdelijk staken? Bij toeval kwamen we weer in het
grensdorp op de ‘Brabantse Wal’ terecht. Blijkbaar hadden we iets met
de streek. Maakte BK niet in 2003 voor een makelaar een sfeervol
schilderij van de Engelsestraat in Bergen op Zoom, een straat met
prachtige panden? Met de lokale makelaars bezochten we in het grensdorp
enkele panden met een hoog ‘Koninginnedaggehalte’. Deze naam gaf ik aan
huizen en straten waarbij ik een sterk thuisgevoel had. Het is een
herinnering aan de woning uit onze jeugd, een jarendertigwoning met
twee gemetselde bloembakken aan weerszijden van de voordeur met
daarboven een vlaggenstok, een ‘koninklijke’ entree. Ons thuis stond in
een lommerrijke straat tegenover een beek, met vrij uitzicht op groen
en heel schuin aan de overkant een klein fabriekje. Bij de beek stond
een bord met de tekst: Verboden Te Zwemmen.
Het water walmde altijd een beetje. Dit beeld uit mijn jeugd is
wonderschoon getroffen door Frank Koenegracht, Nederlands dichter en
psychiater, in het zeer korte gedicht Het Fabriekje; Het
vroor en alles was bevroren / maar het kleine meer tegenover / het
fabriekje walmde een beetje / rond het bord Verboden Te Zwemmen / Het
water lag er warmpjes bij / maar het fabriekje had het koud /…Tijdens
het bezichtigen van de ‘Koninginnedagpanden’ op de ‘Brabantse Wal’
werden we onaangenaam verrast door een nieuw fenomeen. Zwaar
vrachtverkeer denderde door de straat. Wat bleek, sinds de tolheffing
op de Belgische autostrada’s, reden de camions door de Belgische en
Nederlandse grensdorpen naar de Nederlandse snelwegen om geen tol te
hoeven betalen. Wij vroegen aan de buren en in de straat of je hier
rustig kan wonen en werken. ‘Nee, dat lukte in de verste verte niet,
dat verkeer kwam ‘s morgens al vroeg op gang en regelmatig ontstond er
rond de avondspits een lange file in het dorpslint.’ Wij dropen af.
Intussen hadden mijn zusje en haar man een heerlijk stulpje gekocht aan
het water in een dorp onder de rook van Amersfoort. Het was liefde op
het eerste gezicht, en zij beslisten direct. ‘Je voelt het als een huis
voor je bestemd is, vertrouw er maar op’, waren haar bemoedigende
woorden. Ik kon er nog even niets mee. Het idee dat zij ging wonen
dichtbij alles wat ons dierbaar was, deed zeer. Was ik dan toch nog
emotioneel gebonden aan de regio? Natuurlijk is een mens dat. Je hele
ziel en zaligheid ligt er, wat zoeken wij dan in Drenthe, Groningen,
Friesland, Zeeland, Zuid-Limburg of op de ‘Brabantse Wal’? Tijdens
lange wandelingen in het park van Kasteel De Haar in Vleuten, waar wij
regelmatig onze toevlucht zochten om bij te komen van de overvolle
regio en als de huizenzoektocht weer eens op een fiasco uitdraaide,
besloten we nogmaals de criteria bij te stellen en schrapten wij meer
dan de helft van de provincies. Het is januari 2019 als BK de
beschikking krijgt over de Wulperhorst in Zeist, het pand is verkocht
aan een projectontwikkelaar en BK mag er gebruik van maken zolang de
werken nog niet zijn gestart. Het voormalige 19e-eeuwse landhuis van
Wibi Soerjadi geeft lucht. Zelf was de concertpianist en componist een
eindje verderop gaan wonen en tijdens onze zoektocht naar atelierhuizen
in Twisk en Diepenheim, kwam hij ter sprake omdat hij er had gewoond of
omdat hij er op dat moment woonde. Hij reisde als het ware een beetje
met ons mee. In de Wulperhorst gingen onze ogen verder open, dwalend
door het huis ontdekten wij wat het onderhouden van een dergelijk pand
met zich meebrengt, alleen al om erin te wonen, laat staan als groot
onderhoud nodig is. Tijdens een etentje uitte een vriendin die op
Lunenburg voor Paul Fentener van Vlissingen had gewerkt de kreet ‘dat
moet een mens niet willen, zo’n landhuis, dat is onmogelijk veel werk,
en het kost een vermogen!’ Zij had er, met nog anderen een dagtaak aan
gehad om het bezit van de familie bouwkundig en juridisch bij elkaar te
houden. Meer en meer raakten wij bewust van onze keuze. Wensten wij
gedoe en een tijd- en geldverslindend project? Eind maart gaf
ik het op en liet ik het los. Na anderhalf jaar was ik het kotsbeu. Op het bordes van de Wulperhorst
probeerde ik BK een en ander duidelijk te maken maar ik vond de woorden niet.
Dat was niet nodig, als vanuit het niets kwam hij met het voorstel om
toch maar eens bij dat aardige gebouwtje bij Woudrichem te gaan kijken.
Op Funda kwam het steeds weer langs, het oude raadhuis(je) met
multifunctionele ruimte, een pand met sfeer en karakter op een plek
waar je de geschiedenis kunt voelen! En dat was niet het enige. Het
vrijstaande gebouwtje met een zeer hoog ‘Koninginnedaggehalte’ (gemetselde
bloembakken, vlaggenstok) lag rustig een beetje verscholen in een
lommerrijke straat. De hoge multifunctionele ruimte met vide doet
denken aan het atelier van Rubens. Je waant je in een andere tijd. De woning met garage/werkplaats (binnendoor te bereiken), de
besloten tuin, de rustige straat, het kleine dorp met voorzieningen, de
vlotte aansluitingen naar snelwegen in alle richtingen, in het centrum
van Nederland en Vlaanderen stond al even te koop. Maar dát waren de
teksten en de foto’s van de makelaar, wat gaan wij daar aantreffen?
Nader onderzoek op internet leverde geen belemmeringen op en we belden
de makelaar voor een bezichtiging. Maar het gebouwtje had andere
plannen, het duldde geen pottenkijkers en al helemaal geen nieuwe
bewoners. De afspraak werd door de makelaar afgezegd met de mededeling;
wij nemen nog contact met u op. Als klanten van DTG mij in het verleden
op deze manier benaderden wist ik genoeg. Maar het don’t-call-us-we-call-you
van deze makelaar klonk anders. Na enige tijd kwam er aarzelend een
afspraak tot stand. Het gebouwtje had nog steeds geen zin.
Verstopt achter veel onkruid probeerde het zo onzichtbaar mogelijk te
zijn, en zo lelijk mogelijk maar dat was niet gemakkelijk. De
natuurlijke schoonheid en de symmetrie van het oorspronkelijke ontwerp
straalde dwars door het onkruid heen. Toen wij door de entree met
gemetselde bloembakken naar binnen stapten, wist ik het direct. Dit is
het! ‘Je voelt het als een huis voor je bestemd is, vertrouw er maar
op’, de woorden klonken in mijn hoofd. WYSIWYG, acroniem voor What you see is what you get,
is een term die wordt gebruikt voor computerprogramma's en betekent dat
je direct op het beeldscherm ziet hoe het resultaat op papier eruit
komt te zien, inclusief alle opmaak. Het gebouwtje bestempelden wij als
WYSIWYG, de presentatie op internet en het verhaal in de brochure van
de makelaar klopte met wat wij zagen, en na een bouwkundige keuring
gingen wij tot aankoop over. Bij de finale bezichtiging, net voor de
ondertekening bij de notaris, toonde het gebouwtje nog één keer zijn
wrevel. Ik miste bijna de laatste trede van de brede drietredentrap die
naar de dubbele deuren van hoge de multifunctionele ruimte leidt. De
vriendelijke makelaarsassistente op Máxima-hakken schoot te hulp.
Nog even een laatste tik, dacht het gebouwtje wellicht? Inmiddels zijn
we verhuisd en ontdekken we elke dag hoe er door de vorige bewoners met
veel liefde een woning is gemaakt in het voormalige raadhuis. Wij
borduren hierop door en BK creëert in dit erfgoed uit 1935 zijn eigen
wereld. Het gebouwtje begint aan ons te wennen en krijgt het steeds een
beetje warmer. Zoals het fabriekje in het gedicht van Frank
Koenegracht als persoon wordt voorgesteld, zo behandelen wij het
gebouwtje ook, want ook dit gebouwtje heeft gedachten en gevoelens,
toch? |
|||
![]() Bert Kinderdijk, Het uur vervliegt Particuliere collectie |
![]() Bert kinderdijk, Schuilplek in roerige tijden Particuliere Collectie |
|||
|
|
|||
![]() Bert Kinderdijk, Bezoek uit het tatragebergte Particuliere collectie |
![]() Bert Kinderdijk, Schuilplek Particuliere collectie |
|||
Terug naar columns | |
|||
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
||||
2011-2021
- Claudia Zielman | Copyright |
||||