Column 35

Communicatie | 2018
Beeld Schilderij De versiering, Bert Kinderdijk en emoji-logo
afb: Schilderij naar one Love one Life, BK en RB | Particuliere collectie, Emoji-spiraal, ontwerp van CZ en De Versiering, schilderij Bert Kinderdijk | Particuliere collectie
Als kind had ik twee zelf geknutselde poppetjes, een beertje en een hondje. Ze gingen overal mee naartoe en ze hadden een eigen geluid. Snel merkte ik dat de diertjes meer voor elkaar kregen dan ikzelf. Praten met mijn moeder via die twee ging gemakkelijker. Ze was vriendelijker, vrolijker en haar gevoel voor humor werd er enorm door aangewakkerd. Alleen al de kop van het hondje, die ik op een bepaalde manier schuin hield waardoor hij haar brutaal vragend aankeek, kon ze niet weerstaan. Het beertje, met een rood jurkje en een kettinkje van knopen, zat regelmatig met zijn poot in de suikerpot die daardoor helemaal hard werd en waarmee de nodige aandacht kon worden gevraagd door er af en toe flink mee op tafel te kloppen. De dierenfamilie breidde zich uit en ook mijn zusjes hadden inmiddels hun eigen dierentuin. Het was een heel circus van varkentjes, olifantjes, beertjes en pluimstaartjes. 
De hele bende werd elke week in de auto geladen en uitgestald bij opa en oma. Oma speelde het toneelstukje vrolijk mee, en opa keek een beetje beschaamd toe en zal gedacht hebben; welke ‘God’ heeft dit bedacht! Iedereen had er plezier in. Mijn vader vond het moeilijker. Als het hondje vragend, zonder iets te zeggen en met zijn kopje schuin, over zijn schouder keek, kon hij niets anders doen dan een beetje mummelen. Mijn moeder daarentegen praatte honderd uit met haar kinderen via de dieren. De afstand ertussen beviel haar wel. Later, toen we met vriendjes thuiskwamen, ging haar voorkeur vaak uit naar de brutaalste, die waar je het meest mee kon lachen. De meer gevoelige jongens ging ze uit de weg. Mijn vader omarmde iedereen, en met zijn gezellige en zeer gastvrije karakter vulden onze ouders elkaar goed aan. 
Op 17 januari 1993 overleed mijn vader. Hij trakteerde ons bij zijn afscheid op een horloge. We mochten het zelf uitkiezen en ik koos een Swatch-horloge, Typesetter GK 131, met o.a. de tekst ‘Just Like Communication’. Niet het horloge, maar de tekst sprak mij aan. Mijn vader vond het gekleurde ding maar niks, het glom niet en het was niet zijn manier van iets van waarde nalaten. Maar uiteindelijk is het waardevoller dan al het goud en zilver bij elkaar. Ik heb het nooit gedragen, het ligt op een speciale plek in huis en ik haal het op gezette tijden tevoorschijn. Dan staar ik naar de tekst ‘Just Like Communication’. Wist ik onbewust al wat mij te wachten stond? Dat met het wegvallen van de verbindende schakel in het gezin communiceren met de andere gezinsleden niet gemakkelijk zou zijn? Mijn moeder trok haar plan, geen dierenwinkel kreeg daar nog beweging in. Ze was onbereikbaar en leefde alleen nog in haar eigen verhaal. Mijn zussen waren het dierenspeelstadium voorbij en inmiddels grote mensen geworden. Stond ik er alleen voor met mijn dieren? Moest ik op een andere manier gaan communiceren? 
Hier begon een boeiende zoektocht die toevallig samenviel met de razendsnelle introductie van nieuwe media, zoals in de 17e eeuw, toen we bijna kopje onder gingen in de inkt. ‘Nooit eerder hadden mensen, gewone mensen ook, zoveel geschreven en gecommuniceerd.’ Maar waarom werden al die brieven, dagboeken, toneelstukken en gedichten destijds geschreven? Was het de tijd dat we meer over onszelf begonnen na te denken? En over verhouding tot de ander en de wereld? Hoe werkt dat dan? Aanvoelen doe je met je hart en begrijpen met je hoofd, dat is nog steeds zo. Als je onbevangen, zonder vooringenomen standpunten met interesse en belangstelling de ander tegemoet treedt, gebruik je beide en ben je redelijk in staat om je te kunnen verplaatsen in het gevoelsleven van de ander.
Communicatie gaat over afstemmen, maar hoe doe je dat eigenlijk? Iedereen kent wel het gevoel er bij tijd en wijle goed naast te zitten. De ander is pas bereid en in staat je te volgen als er afstemming is. Echt contact kun je niet afdwingen, maar je kunt het wel bevorderen. De uitdaging wordt pas groot als er een misverstand ontstaat, of als de ander het laat afweten. Het is zoeken naar de juiste snaar net als bij het zoeken naar een radiozender. De radio geeft pas een helder geluid als je goed op een kanaal hebt afgestemd. De zender zendt via een antenne signalen naar de antenne van de ontvanger. ‘Ik sta hier te midden van een waar oerwoud van antennes’, zegt sterrenkundige, ruimtevaartdeskundige, bedrijfsadviseur, presentator en schrijver Chriet Titulaer eind jaren tachtig van de vorige eeuw. De wereld stond aan het begin van ontwikkelingen op het gebied van data- en telecommunicatie waarvan niemand kon overzien hoe groot de impact zou zijn. 
Als verkoper Nieuwe Media betreed ik op 3 augustus 1987 het spiksplinternieuwe pand van Publimedia BV, uitgever van onder andere de Gouden Gids. Ik had geen flauw idee wat mij te wachten stond. Het pixellogo van de nieuwe videotexdienst Bedrijven voor Bedrijven staarde mij op elke poster vibrerend aan alsof mijn hersens een verandering moesten ondergaan. Ik mocht getuige zijn van een nieuw tijdperk, de voorloper van internet en de eerste multimedia- en interactieve B2B-gids ter wereld. Op 16 november 1987 stelde de toenmalige Minister President Ruud Lubbers deze dienst in werking en knipte het ‘elektronische lint’ door. Communicatie zou voorgoed veranderen. Staatsbedrijf PTT richtte in 1989 een zelfstandig bedrijf op om de nieuwe technologie commercieel in de markt te zetten. In 1991 werd het Dolfinarium in Harderwijk afgehuurd en introduceerde KPN (voorheen PTT) het nieuwe GSM-logo aan de wereld, immers dolfijnen hebben een intelligente manier van communiceren met verschillende klik- fluit- en piepgeluiden en ze gebruiken de echo’s van hun eigen geluiden om zich te oriënteren.
KPN zag raakvlakken en borduurde door op GSM, de standaard voor digitale mobiele telefonie vanaf het begin van jaren negentig. BK (echtgenoot, beeldend kunstenaar en ontwerper Bert Kinderdijk) kreeg de opdracht voor het maken van een passend beeld en creëerde een anamorfose met het gsm-logo als beeldmerk. Een anamorfose? Jawel. Dat is een vertekende afbeelding die er vanuit een bepaalde hoek pas realistisch uitziet. Je moet wel wat in huis hebben om zoiets te kunnen maken! Het goed gelukte beeld werd getoond op de bijeenkomst in het Dolfinarium en kreeg later een plekje in het PTT Museum, ooit een verborgen museum in een voormalige theosofentempel in de Haagse Zeestraat het latere Museum voor Communicatie en onlangs heropend als ‘Beeld en Geluid Den Haag’ met veel aandacht voor interactie. Want daarover gaat het tenslotte bij communicatie, het steeds op elkaar reageren met woorden, beelden, geluiden en daden. Alle gedrag is communicatie.
Je kunt niet niet communiceren. Het gaat om zenden en ontvangen, en gegevens veranderen pas in informatie als ze zijn geïnterpreteerd. En dat gaat niet altijd helemaal goed. Hoe komt de informatie aan, en hoe wordt het begrepen en verwerkt? Hoe kijk je naar iets? Veel zit verborgen in beelden en in hoe mensen iets doen. Het is bijna onmogelijk om dit te analyseren, maar het is beslist de moeite waard om beter te kijken. Wat gaat er in iemands hoofd om? Neem alleen al de enorme hoeveelheid wenskaarten die met zorg worden uitgezocht, evenals de postzegels die erop geplakt worden. Hele verhalen vertellen ze over de zender! Inmiddels zitten we met de komst van wifi bijna dwangmatig aan het beeldscherm geplakt, superverslavend is het. Beperkt het ons in het echte contact met anderen? En hoe zit het met ons inlevingsvermogen? Zijn we al zover geëvalueerd dat we begrijpen wat de ander via wifi over ons uitstrooit? En wat strooien we zelf de wereld in? Toch heb ik het idee dat we er iets mee hebben gewonnen. Maar hoe dan?
Dat werkt bij mij ongeveer zo; met de komst van e-mail, en later met sms en WhatsApp, heb ik intensief contact met mensen die mij na aan het hart liggen maar die ik amper zie en spreek. Over en weer wisselen we wetenswaardigheden uit en zijn we op de hoogte van elkaars doen en laten en spreken we af wanneer we elkaar willen ontmoeten. Telefoneren doen we amper nog en toch lijkt het alsof we elkaar regelmatig zien en spreken. Hoe komt dat dan? Schrijven (teksten maken via app en e-mail) is minder direct dan face-to-face contact. Maar mis je dan niet het non-verbale dat o zo belangrijk is voor de communicatie? Dat is waar, maar er komt iets anders voor in de plaats.
Goed schrijven helpt je na te denken. Iemand die schrijft wikt en weegt de woorden (althans in mijn omgeving gebeurt dat). Al die teksten bij elkaar vormen een chronologisch verhaal waarmee je kan reageren op eerdere gebeurtenissen. Als je dan op het juiste moment een kort berichtje stuurt, geef je de ander het gevoel dichtbij te zijn en creëer je een moment van onverwacht geluk. Ook al is het medium snel en vluchtig, uiteindelijk bouw je met geduld en empathie aan een waardevolle relatie. Het vergt discipline maar als je in staat ben de soms cryptische communicatie te volgen heb je heel wat gewonnen. En lees vooral ook tussen de regels door, want daar lenen de schrijfsel zich bijzonder goed voor. Ons doen en laten wordt misschien wel meer bepaald door wat we niet zeggen. Iedereen kan praten, maar je wordt af en toe doodmoe van de woordenbrij die over je wordt uitgestort. Luisteren en de essentie eruit filteren is moeilijk, maar goed lezen en kijken gaat nog een stapje verder. 
Veel mensen kijken zo selectief en vluchtig, dat ze alleen zien wat ze verwachten te zien. De rest wordt ingevuld door de hersenen. Een zinvol verband leggen doe je met het lange verhaal, en dat bestaat uit heel veel korte stukjes, en als je het leven van een ander wilt begrijpen moet je willen zien en voelen, en dat vereist zowel onderzoek als verbeelding. En zijn we niet zelfs in staat het gedrag van apparaten en computerprogramma’s te volgen? Of volgen ze ons en weten ze inmiddels meer van ons dan we zouden willen? Zijn we te naïef? Hele winkelstraten communiceren nu al met ons via Near Field Communication. We worden dag en nacht gevolgd en onze handel en wandel staat overal opgeslagen en wordt (onlogisch) met elkaar verbonden. Kunnen we binnenkort zelf nog iets beslissen of maakt een algoritme de keuze, en wat is het verschil met vroeger? Zijn systemen om de tuin te leiden? 
Wees je bewust van wat er gebeurt. Het is niet zo onschuldig als het lijkt, maar we kunnen ook niet meer zonder. Eigenlijk proberen die algoritmen niets anders te doen dan wat ik dagelijks doe met mijn directe omgeving; begrijpen wat de ander wil door data van ‘gesprekken’ te analyseren en daar conclusies aan te verbinden. En nu kunnen we ons gevoel ook nog eens uitdrukken met emoji, een nieuwe frequentie. De digi-taal van de toekomst telt al bijna 1800 kleurige tekeningetjes. De Japanner Shigetaka Kurita ontwierp de afbeeldingen eind jaren negentig voor telecomprovider NTT DoCoMo, en legde met zijn 176 afbeeldingen de basis voor de groei van een nieuwe beeldtaal. Hij wilde symbolen creëren ‘die gedachtes en emoties weerspiegelen, zonder dat je het mooi of niet mooi vindt’. Emoji bieden de mogelijkheid om kort en duidelijk te communiceren en zijn uitermate geschikt voor mobiel gebruik. Apple voegde in 2011 als eerste het emotietoetsenbord toe en zorgde hiermee voor een wereldwijde verspreiding van de beeldtaal. Is het de snelst groeiende taal ter wereld? Het museum voor moderne kunst in New York (MoMa) maakte eind 2016 een tentoonstelling over de emoji van de Japanner Shigetaka Kurita. ‘Zijn emoji tonen aan hoezeer design in staat is het menselijk gedrag te veranderen’, schrijft de conservator van de tentoonstelling op zijn blog. ‘Net zoals het ontwerp van een stoel onze houding dicteert, zo beïnvloeden ook de ontwerpen van verschillende formaten van elektronische communicatie onze stem.’ Gevoelens zijn veelal universeel. Ze worden pas persoonlijk door de manier waarop ze aan ons worden getoond. 
Een emoji kan veel zeggen. Er wordt wel gezegd dat een knipoog-emoji hetzelfde gevoel oproept als een echte knipoog. Dat verklaart meteen de populariteit van emoji. Een rijtje emoji onder een kort berichtje vertelt een heel verhaal. Het is een indirecte manier van communiceren, zoals bij de Indianen die, voor de komst van de Europeanen, pictogrammen gebruikten om elkaar verhalen te vertellen en veren om te communiceren met Heilige Geesten. Mensen die indirect communiceren willen elkaar ongemakkelijke gevoelens besparen. Ze zijn wars van ongevraagd advies van onder het mom van ‘voor je eigen bestwil’. Hoe geven wij communicatie een vorm in deze tijd? 
Op 26 februari 2018 overleed mijn zus. Wij zochten altijd naar een eigentijdse manier om elkaar te informeren, en met de komst van emoji kwam er een dimensie bij, een aanvulling op het alfabet. Zij eindigde vanaf dat moment haar berichten steevast met een rijtje gekleurde beeldjes. Wel moest je goed kijken wat ze wilde zeggen, daar kwam je soms pas veel later achter. Ook werden de dieren weer van stal gehaald en wat verbeeld werd, werd best begrepen. Als we het geneuzel in cryptische omschrijvingen over het échte leven in plaatjes even helemaal beu waren, pakten we gewoon de telefoon en schakelden we over op ALF-talk. Wie kent ALF nog? De alien van Melmac? De lastige, sarcastische, slordige en cynische miereneter met de geribbelde snuit uit de gelijknamige Amerikaanse sitcom uit de jaren tachtig die een amateurradiosignaal naar de aarde volgt en neerstort in de garage van de familie Tanner. Als hij wordt opgenomen in het gezin veroorzaakt dat veel problemen omdat hij het ‘aardse’ leven niet begrijpt. Toch gaan ze van hem houden. Regelmatig drijft hij de familie tot grote wanhoop. ‘Zijn hart (als hij er één heeft) bevindt zich in zijn rechteroor? Hij eet katten, laat stevige boeren, en hij kan fluiten zonder zijn mond te openen, én hij volgde 122 jaar de middelbare school.’ Alleen dát al. Zeer lachwekkend vonden mijn zus en ik. En als hij weer eens te ver was gegaan probeerde hij het altijd goed te maken. 
De humor en heldere taal begrepen wij maar al te goed, en zo waren wij in staat om met veel geestigheid onze band oké te houden. Ook de gesprekjes die ik, na het overlijden van mijn vader, met mijn moeder had waren cryptisch maar werden begrepen. Zij overleed op 2 mei 2018. Vijfentwintig jaar lang hadden wij dagelijks telefonisch contact waarin de krant de hoofdrol speelde, zij las de gedrukte krant, ik de digitale. Alles kwam voorbij en alles werd gezegd en begrepen, je moest alleen heel erg goed luisteren en af en toe een vraag stellen. Daar waar voor haar de boel stagneerde omdat zij geen gebruik maakte van digitale middelen, schakelde ze mij in. Ik was haar overspanning van analoog naar digitaal, en zij probeerde het te volgen. Ook haar humor zal worden gemist. Humor en menselijkheid zijn essentieel voor de hersenen. Het gedeelte in de hersenen wordt op dezelfde manier geactiveerd. 
Tijdens het opruimen van hun huizen plofte bij beide de papieren telefoongids in de brievenbus. ‘Laatste editie’ stond er met grote letters op de rug. De Telefoongids was de eerste zoekmachine ooit, en de manier van categoriseren en navigeren heeft mij altijd geboeid. Mijn lange dienstverband bij de zoek- en vindreus (van 1987 tot 2010, Gouden Gids en de Telefoongids zijn in 2008 samengegaan) was voor mij één grote speurtocht, waarbij het ontdekken en verdwalen elke dag leidde tot thuiskomen met verhalen en nieuwe ideeën. De Telefoongids/Gouden Gids | DTG toont de welvaartsontwikkelingen van Nederland, en tijdens het opruimen van de huizen van mijn moeder en mijn zus, samen met mijn jongste zus, kwam zestig jaar welvaartsontwikkeling langs. Digitale hulpmiddelen hielpen ons bij het vastleggen van deze voorbije levens.
En dan realiseer je je ineens hoe ons doen en laten in een kwarteeuw is veranderd. De papieren telefoongids wordt bijgeschreven bij de fenomenen uit het analoge tijdperk die inmiddels ter ziele zijn. Een ‘iconisch’ boek, noemde de directeur van de uitgeverij het. Maar ook iconen worden vergeten, vaak sneller dan je zou denken. Inmiddels wordt ons leven geregeerd door algoritmen en leren we hoe we gedachten van doelgroepen kunnen volgen, om zo de inhoud van onze websites te optimaliseren voor zoekmachines om mensen te bereiken. Maar hoe gaan we om met het gevoel voor het oude, en hoe communiceren we in het heden met iconen uit het verleden? Want, leerde historicus Maarten Brands (1933-2018) ons. ‘Het verleden leeft voort, hier en nu, maar ook elders en straks.’
afb: Schilderij naar one Love one Life, BK en RB | Particuliere collectie, Emoji-spiraal, ontwerp van CZ en De Versiering, schilderij Bert Kinderdijk | Particuliere collectie
Beeld Schilderij De versiering, Bert Kinderdijk en emoji-logo
gepubliceerd in 2018
Horen zien en linken
Overzicht