Puttertje 77

Wie trekt er aan het laken? | juni 2020
afb Schilderij Bert Kinderdijk foto De Lakenhal Karin Borghouts afb werk Christi van der Haak
Puttertje n.a.v. tentoonstellingen en musea over de lakenhandel
afb: Detail Schilderij De aflossing | Bert Kinderdijk (BK)
afb: Detail Nieuw Leids Laken | Christie van der Haak
afb: Detail Voorzijde Museum De Lakenhal Leiden | Foto Karin Borghouts
Wie de stof uitdeelt verdeelt ook het werk, en wie het werk verdeelt heeft de macht. Dat is een van de betekenissen van het gezegde De lakens uitdelen. Maar hoe wordt er op gezette tijden aan het laken getrokken? In de 14e en de 15e eeuw bijvoorbeeld, de tijd waarin de hertogen van Bourgondië een groot deel van de Lage Landen aan hun rijk proberen toe te voegen? Waar slimme huwelijken en dubbele huwelijken het mogelijk maken dat hertogdommen en vorstendommen voor het grijpen lagen? En waar de contouren van de Lage Landen zich beginnen af te tekenen? Onlangs is de Canon van Nederland aangepast en Maria van Bourgondië (Maria de Rijke), de kleindochter van Filips de Goede (oprichter van de Orde het Gulden Vlies), kreeg er een plekje.
Tijdens mijn opleiding Toeristische Gids Vlaanderen sleurde de docent geschiedenis mij door de Bourgondische tijd, een nauwelijks te ontwarren kluwen. Mijn eindwerk ging over voedsel in de kunst en ik kan niet wachten tot 2022, het jaar waarin de tentoonstelling Op zoek naar de ware Bourgondiërs in het Noordbrabants Museum van start gaat, en waar tal van Bourgondische feesten en banketten vol spektakel en vertier aan bod komen. Het wordt een expositie met grote tegenstellingen waar brute veldslagen worden getoond tegenover de pracht en praal van hertogen en de invloed daarvan op de adel en de rijke stedelingen. De mooiste kunst wordt nu al gereserveerd. We nemen alvast een voorproefje en duiken in de Lakenhandel. Reis je mee?
Vlaanderen was het Silicon Valley van toen. Meesterverteller Bart Van Loo vertelt erover in zijn zoektocht naar het ontstaan van de Nederlanden in de vijftiende eeuw. Vlaanderen was in de 13e en 14e eeuw het rijkste land boven de Alpen, te vergelijken met Noord-Italië. Gent telde rond de 60.000 inwoners, Brugge 45.000 en Ieper 30.000. En Amsterdam? Dat kwam niet verder dan een schamele 1300 inwoners. Wat was de innovatie van die tijd? Het toverwoord is Laken; lakenindustrie en lakenhandel. In Gent en Ieper werden vooral lakenstoffen geproduceerd. Maar Brugge groeide uit als centrum van de internationale handel en werd een stad van kooplieden, geldwisselaars en prostitutie. Er ontstond een permanente jaarmarkt met een overdekte Waterhalle. Heel Europa handelde in Brugge.
In de Middeleeuwen was laken een stevige, wollen stof die slijtvast en vuil- en waterafstotend was. Zwart laken was een modekleur bij uitstek in het Europa van toen. Het dragen van kleur had je de kop kunnen kosten. Weeldewetten bepaalden wie, wat, waar en wanneer je welke kleur mocht dragen. Toen Filips de Stoute, hertog van Bourgondië, in 1404 besmet raakte met een kwalijk griepvirus en aan de gevolgen ervan onderweg naar Dijon in Halle overleed, werd hij begeleid door een gezelschap van honderden mannen die waren gehuld in rouwkostuums van zwart Vlaams laken. En werd laken van zeer hoge kwaliteit niet gebruikt voor zwartsatijnen wambuizen, paardendekens en tenten in tijden van oorlog? Waardoor belastingen fors werden verhoogd en er grote sommen geld werden geleend?
Alleen de beste wol was goed genoeg, en die wol kwam van de Vlaamse kust. Maar de lakensteden hadden steeds meer wol nodig, en Engeland werd een belangrijke leverancier. Economie, politiek en religie zijn op een innige manier met elkaar verbonden, en als de Vlamingen uit economisch belang de Engelsen volgen in hun keuze voor de Roomse Paus, is bestuurder Frankrijk (met een eigen paus in Avignon) laaiend. Wie trekt er aan het laken? Steden beginnen zich te roeren en er is constant ruzie, ook tussen Gent en Brugge. Wie kent niet de verhalen van Jacob van Artevelde en zijn zoon Filips (leidsman van de Gentse opstand). Gentenaars vertrokken naar Engeland en namen de lakenarbeid mee. Vlaams laken kwam vanaf toen ook uit Engeland.
Laken werd verkocht in Lakenhallen. Als blijk van macht en rijkdom bouwden steden als Brugge, Gent, Brussel en Ieper indrukwekkende Lakenhallen. De Lakenhalle van Ieper is een van Europa’s grootste burgerlijke gebouwen in gotische stijl. Het is nu een museum en een door UNESCO beschermd monument. Tijdens een bezoek aan dit gebouw enkele jaren geleden was alleen nog het In Flanders Fields Museum er gevestigd. Nu is het één groot museumgebouw met meerdere musea en het Yper Museum vertel het verhaal ‘Van schaap tot Laken’. In 1936 werd in Ieper de maatschappij tot Weefautomaten Picañol NV opgericht. Dit innovatieve bedrijf ontwikkelt tot op vandaag weefgetouwen die overal ter wereld door grote textielfabrieken worden gekocht.
Godsdienstoorlogen en concurrentie maakten een einde aan de lakenindustrie in Vlaanderen. Leiden nam het stokje over en groeide de uit tot het belangrijkste centrum in Europa. Duizenden textielarbeiders uit de Zuidelijke Nederlanden vonden hier werk. Het stadsbestuur richtte zeven keurhallen op, de belangrijkste, de Laecken-Halle, opent in 1641. Dit gebouw maakt nu deel uit van de gebouwdelen waarin Museum De Lakenhal is gevestigd. De voorgevel van de oude lakenhal zit vol verwijzingen naar de textielindustrie: op vijf tableaus is het productieproces in negen stadia uitgebeeld, en op het dak staan schapen. Blaast het museum de geschiedenis van het Leids Laken nieuw leven in? Ontdek Nieuw Leids Laken.
De lakenstof werd na iedere deelbewerking gekeurd. Het scheren, kammen, spinnen, weven, vollen, kaarden, verven ten uitrekken van de stof waren deelbewerkingen, en als een laken het staallood aangehecht kreeg was het af en mocht niet meer aan de stof gewerkt worden. Keurmeesters keurden in keurhallen de kwaliteit van de stof, en het schilderij de Staalmeesters van Rembrandt van Rijn uit 1662 (groepsportret van de Amsterdamse Lakengilde) geeft hiervan een mooi beeld. Door de textielnijverheid is Leiden in de 15e eeuw de grootste stad van Holland en in de 17e eeuw het belangrijkste textielcentrum van de wereld.
Maar er werd weer flink aan het laken getrokken en Leiden verloor haar leidende positie in de lakenproductie. In de 18e eeuw werd door kooplieden uit Leiden en andere Hollandse textielsteden wol ingekocht, vooral Spanje leverde grote hoeveelheden. Die wol kwam in bezit van o.a. Tilburgse lakenreders. Zij deelden de lakens uit en lieten fabriekeurs (bemiddelaars) weefgetouwen plaatsen bij thuiswerkers. Vrouwen en kinderen hielpen mee. Alleen al tussen 1691 en 1724 vestigden zich dertien Leidse drapeniers in Tilburg, en rond 1830 waren er ongeveer 6000 thuiswevers. Waarom gebeurde dat juist op die plek? Bezoek het TextielMuseum in een oude weverij in Tilburg, en ontdek meer. En, maak zelf van ruwe wol een deken als herinnering aan deze tour.
Tips: Let op! De tips hebben geen links, kopieer de regel en plaats die in de browser
De Bourgondiërs | Bart Van Loo | Boek en Podcast
eet!verleden | Historisch Kookatelier
België verbergt al 600 jaar een schat | De bibliotheek van de hertogen van Bourgondië
Historium Brugge | Virtual reality
Bourgondisch Stadspaleis | Museum Hof van Busleyden, Mechelen
Lakenhalle met Belfort, Ieper | Werelderfgoed
Picanol Weaving Machines, Ieper
De transitie van Museum De Lakenhal | Karin Borghouts
Zeven Eeuwen Leids Laken | Museum De Lakenhal, Leiden
Nieuw Leids Laken | Museum De Lakenhal, Leiden
‘Maria van Brabant, Keizerin’ | Christie van der Haak | Museum Helmond
Textielindustrie Tilburg
TextielMuseum Tilburg | Wollendekenfabriek | TextielLab
TextielMuseum | Bibliotheek
afb Schilderij Bert Kinderdijk foto De Lakenhal Karin Borghouts afb werk Christi van der Haak
Puttertje n.a.v. tentoonstellingen en musea over de lakenhandel
afb: Detail Schilderij De aflossing | Bert Kinderdijk (BK)
afb: Detail Nieuw Leids Laken | Christie van der Haak
afb: Detail Voorzijde Museum De Lakenhal Leiden | Foto Karin Borghouts
Puttertje