|
afb: Museumdisplay’s Bert Kinderdijk en collega | Schilderij Stilleven met bol en een afbeelding van Het puttertje, Bert Kinderdijk, particuliere collectie |
‘Stel iemand heeft plannen om hier een gat in de vloer te maken zodat de winkelruimte beneden kan worden uitgebreid naar boven.’ Zo mijmerde BK (beeldend kunstenaar / ontwerper en echtgenoot Bert Kinderdijk) in het najaar van 2001 hardop in ons stadsappartement op de hoek van de Huidevettersstraat en de Schuttershofstraat, een van de commercieel begerigste plekken in het centrum van Antwerpen, met uitzicht op de winkels van Louis Vuitton en Cartier, en schoenen van Prada als buurman. Een paar dagen later hing de eigenaar van het pand aan de telefoon, hij wenste een afspraak, kwam langs en deed ons een voorstel; of we wilden vertrekken want Gucci had interesse in het pand en wilde ‘onze’ etage er bij betrekken. Er zou dan een flink gat in vloer komen met een koninklijke trap naar boven. Conclusie; wij zaten in de weg! |
|
Dat liet zich snel regelen…..Toen de architecten van Gucci met meetapparatuur het pand kwamen opmeten en ondertussen lomp met onze eigendommen omsprongen verhuisden wij naar ons nieuw verworven trompe-l’oeilhuis op het Antwerpse Zuid met uitzicht op het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, KMSKA. Gucci deed goede zaken en op de plek waar BK geconcentreerd had gewerkt aan de voltooiing van het stilleven ‘De Versiering’, voor de vijfde ORT, Onafhankelijke Realisten Tentoonstelling in Museum Møhlmann, van Rob en Laura (1949-2010) Møhlmann, hangt nu peperdure haute couture, ofwel versiering voor de nieuwe rijken. In 2004 werd Gucci overgenomen door Kering, een concern met luxe modehuizen, parfums, horloges en wijnen. Kering is eigendom van de Franse zakenman Francois Pinault. Pinault is ook eigenaar van veilinghuis Christies en twee musea voor hedendaagse kunst in Venetië en in april 2016 werd bekend gemaakt dat hij uiteindelijk zijn droom kan waarmaken in Parijs. In 2018 opent hij, in de oude korenbeurs bij Les Halles, zijn museum voor contemporaine kunst. |
|
Zo worden luxe merken handig gekoppeld aan de namen van grote kunstenaars en hiermee is de ultieme marketingstrategie bereikt. Immers, met de komst van mobiel internet zijn landsgrenzen geen echte grenzen meer en kopen mensen over de hele wereld dezelfde producten. De wereldeconomie verandert en de zoektocht naar status voor de rijken der aarde verschuift hiermee van het kopen van luxe artikelen naar het bezitten van unieke producten met een echt verhaal, en de nodige ‘Wallpower’. Cartier heeft al een museum voor hedendaags kunst in Parijs, de eigenaar van Louis Vuitton, LVMH Louis Vuitton Moet Hennessy, opende op 26 oktober 2014 het Foundation Louis Vuitton Museum voor moderne kunst in het Bois de Bologne in Parijs en in mei 2015 opende Fondazione Prada haar deuren in Milaan. Het hoge industriële gebouw is bedekt met bladgoud en huisvest de kunstcollectie van het Italiaanse modemerk. Het cultuurcomplex is ontworpen door het Nederlandse Bureau OMA van Rem Koolhaas dat al jaren winkelinterieurs en catwalks bedenkt voor Prada. |
|
De markt voor private musea groeit snel. Uit een inventarisatie van de Volkskrant, gepubliceerd op 23 mei 2015, blijkt dat er in tien jaar tijd wereldwijd ruim 150 volledig particuliere musea zijn bijgekomen, en het stopt nog niet. In Nederland staan een aantal openingen gepland voor 2017. In Londen is op 21 mei 2015 de Global Private Museum Association opgericht, een museumnetwerk voor particuliere musea. De concurrentie op de kunstmarkt is sterk voelbaar, en er is een grote vraag naar moderne en hedendaagse kunst. Verzamelaars doen nu grondig onderzoek. Maar dat is niet nieuw, immers in de belle epoque van de vorige eeuw (het mooie tijdperk, waarin onbezorgdheid en grote ontdekkingen de wereld in de ban hielden, red), verzamelden de nieuwe rijken van die tijd ook al kunst. Helene Kröller-Müller gebruikte het familiefortuin, verworven met graanhandel en belangen in de scheepvaart, voor het aanleggen van een indrukwekkende kunstcollectie en de bouw van het Kröller-Müller Museum. Joop van Caldenborgh is op dit moment een van de grootste particuliere verzamelaars van hedendaagse kunst in Nederland. Een vermogend man die ‘liever kiest voor een Serra dan voor een Ferrari’? Hij komt graag bij kunstenaars over de vloer, zegt hij in een interview, het brengt hem rust en evenwicht. Na jaren plannen en bouwen is op 11 september 2016 ook zijn Museum Voorlinden in Wassenaar officieel geopend. |
|
Verschuift hiermee de macht van museumdirecteuren en conservatoren naar kapitaalkrachtige verzamelaars? Moeten publieke musea genoegen nemen met de kruimels? Dat valt nog te bezien. Verzamelaars en musea trekken vaak samen op bij het kopen van kunst. Maar de afgelopen jaren is Nederland, met Amsterdam als centrum voor de kunst en cultuur, toch een beetje op afstand gezet vanwege de jarenlange renovatie van toonaangevende musea. Vervolgens komt de overheid met forse bezuinigingen en zijn cultuurfondsen minder scheutig met geld. De creatieve sector bedacht een protestactie tegen de plannen maar raakte totaal verlamd. De reclamewereld moest eraan te pas komen om de bedrijfstak bij te staan. Het mag allemaal niet baten, de trein dendert voort en trekt een spoor van narigheid door het Nederlandse cultuurlandschap. De overheid dwingt de sector tot nieuwe bedrijfsstrategieën en achter de schermen wordt hard gewerkt aan de toekomst voor kunst en cultuur. In een ‘Museumbrief’ maant de minister musea tot cultureel ondernemerschap en een betere samenwerking. Met uitdagende programma’s moeten nieuwe doelgroepen naar de musea worden gelokt, en collecties moeten digitaal beschikbaar worden gemaakt. Er is behoefte aan een nieuwe vorm voor het museum van de 21ste eeuw. Maar hoe ziet die er dan uit? |
|
Na veel nieuwbouw, aanbouw, verbouw, fusies, ontslagen en een stoelendans op directieniveau, komen musea nu in de volgende fase. Met een brede positionering en een bonte stoet aan wisselende activiteiten wedijveren musea om de aandacht. De bezoeker wordt verleid met thematentoonstellingen, nieuwe presentatievormen, en geen of zeer verwarrende uitleg bij het werk, met soms te veel ruimte voor eigen interpretatie. Tijdens een bezoek aan het net geopende Eemhuis in mei 2014 in Amersfoort, konden wij al een beetje kennis maken met deze nieuwe manier van tentoonstellen. Kunsthal KAdE, Scholen in de Kunst, De Bibliotheek Eemland en Archief Amersfoort zijn samen ondergebracht in een cultuurhuis aan het Eemplein, een herontwikkelingsgebied in de oude haven van Amersfoort. Het opvallende gebouw is een creatie van Neutelings Riedijk Architecten, specialisten in het ontwerpen van bijzondere gebouwen voor verschillende culturele gebruikers. In 2011 werd in Antwerpen ook al het door Neutelings Riedijk Architecten ontworpen MAS, Museum Aan de Stroom, geopend, een indrukwekkend ‘kijkdepot’ in de voormalige oude haven van Antwerpen. Museumwinkel MASshop, met een ‘breed gamma aan producten’, voorziet ruimschoots in de behoefte en is tevens een aantrekkelijke winkel voor de bewoners van dit bruisende stadsdeel. |
|
Want ook museumwinkels worden professioneler. Koekblikken en keukenschorten zijn ingeruild voor mode, design en cadeauartikelen, verpakt in hippe tasjes. En producten uit de eigen lijn kunnen nu ook buiten musea worden verkocht. Toen ik voor de Gouden Gids met de eigenaar van een kartonfabriek in Nijkerk het advertentieprogramma besprak, toonde hij trots de trikantkoker, geschikt voor het opvallend verpakken van posters, die hij exclusief leverde aan het Van Gogh Museum. En inderdaad, in Amsterdam kwam je regelmatig mensen tegen die met de trikant liepen te zwaaien, een artistieke en doeltreffende vorm (je kunt ze plat stapelen) waarmee het Museum zich opvallend onderscheidt. Musea verwijzen nu ook naar elkaar! Bezoekers van bijvoorbeeld het Openluchtmuseum krijgen tips over andere musea in Nederland waar ze meer te weten kunnen komen over specifieke onderwerpen. Geld is niet het enige motief het gaat om contacten, samenwerken en een frisse blik. |
|
Een museum is tegenwoordig een merk, en dat hebben we kunnen zien bij de opening van het Rijksmuseum op 13 april 2013. De pr-machine deed zijn werk en voormalig directeur Wim Pijbes liet en laat nog steeds (ook na zijn vertrek op 1 juli 2016) geen gelegenheid onbenut om het museum te promoten zowel in eigen land als internationaal. Pijbes is een ongewone figuur in het wereldje en hij kan goed organiseren en dingen laten gebeuren, zegt hij in een interview. Elke toerist moet langs het Rijks en dat bereik je alleen door publiciteit en netwerken. Hij heeft een sterke invloed op de afdeling development, en hij is altijd op zoek naar wederkerigheid en het ideale partnerschap voor de langer termijn. Voor bijna alles is een sponsor. Cisco bouwde een onzichtbaar netwerk en een stabiele WIFI-omgeving, Philips nam de verlichting voor zijn rekening en AkzoNobel de verf. Als wederdienst biedt het Rijks een programma aan in een bijzondere omgeving met culturele meerwaarde zoals; exclusief dineren tussen kunst, bijeenkomsten in het grootste Atrium of een kunsthistorisch programma voor gasten met lezingen en rondleidingen. Het huren van een zaal of openstelling van het museum is exclusief voorbehouden aan begunstigers zoals sponsors, partners en schenkers. |
|
Dit alles is te lezen op de website van het Rijksmuseum. Maar soms vliegt er een weldoener uit de bocht, ING verving bij de opening van het museum handig de 250 meter lange rode loper door een oranje exemplaar, en niet alleen omdat de koningin het gebouw opende….. Eigenlijk hadden ze ook het logo nog op de loper willen drukken, maar toen greep Pijbes in? Hij streeft hoge kwaliteit na met een lage drempel en hij gaat totaal onverwachte dingen doen, zegt hij in een ander interview. En daar hebben wij het afgelopen jaar al veel van kunnen zien; vorstenhuizen van over de hele wereld, Dan Brown, Alain de Botton en Barak Obama bezochten het Rijks, niet de minste figuren. En hij wilde ook uitbreiden? Er is meer ruimte nodig voor de 20ste eeuw. Welke kunstenaars? Dat is nog geheim, dat drijft alleen de prijs maar op, zegt hij in weer een ander interview. Wim Pijbes is van iedereen en hij wil nergens bij horen. Hij gaat verder op zijn eigen manier, in de voetsporen van Henk van Os en Willem Sandberg die deuren opengooiden. Dat leerde hij in de winkel van zijn ouders, ‘dat je je nooit te veel op dit of dat moet laten voorstaan, want dat kan je klanten kosten’. Het is handig als iemand je helpt kunst te begrijpen. Begin eenvoudig en trek erop uit; bezoek lezingen, maak stadswandelingen, kijk ‘onder de verf’, want bij nadere beschouwing valt er heel wat te beleven. |
|
En ook hier gaat de minister een handje helpen. Tot 2023 spant de overheid zich in voor goed cultuuronderwijs. Culturele instellingen moeten meer gaan samenwerken met scholen. Kinderen kunnen niet vroeg genoeg in aanraking komen met kunst en cultuur. En ook ouderen moeten worden aangespoord. Maar waarom dan? ‘Kunst kan de manier waarop we denken, dromen en handelen veranderen‘, zegt beeldend kunstenaar Ilja Kabakov. Een innoverende samenleving begint bij kunstonderwijs. Kunst heeft meer toekomst dan een stijgende materiele welvaart. Joop van de Ende rekende al uit dat investeren in kunst geld oplevert en hij maakt zich hard voor een nieuwe opleiding fondsenwerven, want dat is een vak apart! Van 2014 tot 2017 trekt de overheid 3,6 miljoen euro uit voor het project ‘Wijzer Werven’, die culturele instellingen moet helpen bij het zoeken naar geld. |
|
Kunstwerken zijn vreemde dingen, ze hebben op zich geen waarde. Mensen geven er waarde aan. Wat als kunst wordt gezien zal ook als zodanig worden behandeld. De mythologie wordt in standgehouden vanwege economisch belang. Een kunstenaar handelt niet als een homo economicus. Die werkt vanuit een elementaire behoefte. Kunst gaat over kwaliteit, innovatie, ambachtelijkheid en authenticiteit. Tijd en geld zijn ondergeschikt. Het is een ander universum dan de wereld die nu zo enorm wordt gepromoot door de overheid. BK behoort tot een groep kunstenaars die de moed hadden hun intuïtie te volgen. Met veel geduld en weinig middelen wordt een herkenbare wereld gemaakt. In de rust van het atelier, ver weg van alle aandacht rondom kunst en creativiteit. De zoektocht naar het onbekende is een continue bezigheid. En dat levert op. Figuratieve kunst krijgt meer aandacht, ook internationaal. En de bezoeker lijkt zich steeds beter te herkennen in de verstilde kracht van het hedendaags stilleven. |
|
Dat blijkt wel uit de zeggingskracht van de foto waarop Obama, tijdens zijn bliksembezoek aan het Rijks op 24 maart 2014, oog in oog staat met ‘Het melkmeisje’ van Vermeer. Amerikanen zijn gek op het mysterie van Vermeer. De tentoonstelling ‘Rembrandt, Vermeer en Hals’ in The Frick Collection, een museum aan the Fifth Avenue in New York, trok in 2013 in drie maanden tijd bijna evenveel bezoekers als normaal over het hele jaar. Het ‘Meisje met de parel’ van Vermeer en ‘Het puttertje’ van Carel Fabritius (leerling van Rembrandt) waren de grootste publiekstrekkers, met dank aan Donna Tartt en haar boek The Goldfinch (Amerikanen noemen de putter, onze distelvink, European Goldfinch). ‘Het puttertje’ is voor Donna Tartt het schoolvoorbeeld van het hoogst haalbare in de kunst. Dat kan ik goed begrijpen, want ‘Het puttertje’ van Fabricius ook de inspiratiebron van BK. ‘Het Stilleven’, zegt Galeriehouder Koen Nieuwendijk (eigenaar van Galerie Lieve Hemel sinds 1968 | Amsterdam) in Tableau, ‘is als een gedicht. De kunstenaar kiest de verschillende voorwerpen overeenkomstig zijn gedachten en gevoel. Compositorische elementen als vorm en lichtval moeten in harmonie zijn met thema en motief. Het verhalende aspect is aanwezig maar duidelijk beperkt.’ |
|
Het Hedendaags Realisme vindt aansluiting bij een oude traditie. ‘Door de gehele (kunst)geschiedenis werd er door kunstenaars altijd al met ver- en bewondering omgekeken naar de collegae uit een verder of nabij verleden.’ Schrijft Rob Møhlmann in zijn uitnodiging voor de tentoonstelling ‘Omzien in Bewondering’, te zien in Museum Møhlmann van 6 april tot 6 juli 2014. Rob Møhlmann en Bert Kinderdijk exposeerden in oktober 1983 al samen bij Galerie Lieve Hemel en zij delen nog altijd hun liefde voor oude meesters. Dat was ook te zien tijdens de unieke dubbelexpositie met de titel ‘Oud en Nieuw’ in 1983, georganiseerd door Galerie Lieve Hemel en Kunstgalerij Albricht in het Sint Pieter’s Gasthuys | Arnhem ter gelegenheid van Arnhem 750 jaar. Fijnschilders uit de 19e eeuw ontmoetten hedendaagse realisten uit de 20e eeuw. Een tentoonstelling van museale omvang, en toen al werd door beide galeriehouders de vraag gesteld; ‘waar blijven de musea? Door het gesubsidieerde geweld in de experimentele beeldende kunst, zou je bijna vergeten dat er ook nog talenten zijn die echt kunnen schilderen.’ |
|
Museum Arnhem en het Drents Museum Assen zijn Nederlandse musea met toonaangevende collecties hedendaagse realistische kunst. Maar daar is verandering in gekomen. Op 8 maart 2012 werd bekend dat Hans Melchers ongeveer duizend kunstwerken uit de vroegere collectie van DS Art heeft gekocht; red (lees ook de column hypotheken over het Scheringa Museum). Hij bouwde een nieuw museum voor MOdern REalisme, Museum MORE, in het voormalige gemeentehuis van Gorssel in de provincie Gelderland. Op 30 mei 2015 werd het museum feestelijk geopend door Minister Henk Kamp en op 2 juni kon het publiek de tentoonstelling ‘SCHERP KIJKEN. Traditie en eigenheid in de collectie van Museum MORE’ bekijken. Even verderop opende onlangs, op 27 juni 2017, MORE Ruurlo, met kunstwerken van Carel Willink in het tot ‘gesammtkunstwerk’ gerenoveerde Kasteel Ruurlo. |
|
Nederlandse musea zijn uniek, en de museumkaart stelt mensen in de gelegenheid om er kennis van te nemen. In Antwerpen konden wij als inwoner van de stad op vertoon van onze identiteitskaart gratis toegang krijgen tot de permanente schatkamers. Maar met de komst van het MAS, Museum Aan de Stroom, in mei 2011, hanteert de stad nieuwe tarieven vanwege de grote aantrekkingskracht van indrukwekkende architectuur en bijzondere kunst en cultuur. En, zoals Lucebert al zei: ‘Kunst is voor de elite maar iedereen kan erbij horen.’ In de 16e en 17e eeuw werden putters als kooivogels gehouden. Niet alleen om hun fraaie zang en veren, maar ook om hun behendigheid. Een gekooide putter kon worden geleerd zelf, met een vingerhoedje aan een kettinkje, zijn drinkwater uit een reservoir te putten. Is dit niet de boodschap die ons dagelijks via allerlei media wordt ingefluisterd? Moet er een Gouden Gids Kunst en Cultuur komen die ons de te weg wijst? En, hadden we hadden we de wereldtop in de kunst wel bereikt zonder overheidsfinanciering? …We don’t want less, we need more… |
afb: Museumdisplay’s Bert Kinderdijk en collega | Schilderij Stilleven met bol en een afbeelding van Het puttertje, Bert Kinderdijk, particuliere collectie |
|