Verhaal 51

Bordelen | september 2024
afb. schilderij Bordello Bert Kinderdijk, BK. Oogappel Keramiek Vincent Dame
afb. Schilderij ‘Bordello‘ Bert Kinderdijk, BK | Collectie BK
afb. Keramiek object ‘Oogappel’ Vincent Dame | Collectie BK
Moeder Blokker wil zoons uit familiebedrijf laten zetten’, kopte de krant. Wat nu weer. Een zogenaamd grappige opmerking, waarin een van de twee zoons tijdens een etentje aankondigde met het familiekapitaal een Larens bordeel te willen kopen, wordt nu gebruikt om een familievete publiekelijk uit te vechten. Waarom? Omdat het volgens moeder Els Blokker niet anders kan. De broers gedragen zich uiterst onaangenaam. Onlangs troffen de nazaten van de overleden zakenman-kunstverzamelaar en voormalig mede-eigenaar van winkelketens in huishoudelijke artikelen elkaar voor de rechter.
Bij het woord ‘bordeel’, gingen er bij mij een paar belletjes rinkelen. Ik was al eens van plan iets over deze bedrijfstak te schrijven, maar ik vond de juiste toon niet. Met dank aan de familie Blokker worden de bordelen die wij in ons leven bezochten nu in alle vrijheid op de kaart gezet. Wat valt er te vertellen over een bordeel? Tijdens mijn werk voor de Gouden Gids bezochten wij er vele. Althans, mijn mannelijke collega’s. Allocatie (het verdelen van klanten onder verkopers) werd zorgvuldig gedaan, en de collega’s bezochten de huizen van plezier.
Maar er glipt wel eens iets doorheen wat zich in de eerste instantie anders laat aanzien. Tijdens een bezoek aan een fotografe kwam ik terecht op Bokkingshang, een straat in Deventer die naast de Wilhelminabrug ligt. Elke keer, en dat was bijna dagelijks, wanneer ik over de Wilhelminabrug Deventer in- en uitreed reed om naar kantoor, naar huis of naar klanten te gaan, passeerde ik de prostitutiezone op Bokkingshang. Je kon er niet omheen. Ook moest je goed opletten want mensen die hun nek verdraaiden om naar de vrouwen te kijken veroorzaakten onvoorspelbaar rijgedrag.
De Wilhelminabrug is een brug over de IJssel en onderdeel van de N344, de verbindingsweg tussen Overijssel en Gelderland. Hij is gebouwd tussen 1939 en 1943 en in april 1945 door de Duitsers opgeblazen. Na de bevrijding is de boogbrug herbouwd. Wist je dat deze brug het decor is van de film A Bridge Too Far, een Hollywoodklassieker uit 1977 over Operatie Market Garden en de Slag om Arnhem? De brug verbeeldt in de film de Arnhemse Rijnbrug. Waarom? Omdat de brug in Arnhem door naoorlogse bebouwing niet meer voldeed aan het beeld van de situatie van voor de oorlog.
Onder de Wilhelminabrug was een grote parkeerplaats. Vanaf die plek wandelde je direct het centrum binnen. Ik kan mij nog goed herinneren dat ik als kind vanuit Amersfoort met mijn vriendin en haar moeder naar Deventer ging om schoenen te kopen. We waren twaalf. De moeder van mijn vriendin parkeerde haar auto onder de Wilhelminabrug. Zij leidde ons over Bokkingshang, langs de ‘ramen’ naar de Brink. Geen probleem. En ook als wij met het Gouden Gids-team de cafés en restaurants in het oude centrum bezochten stonden onze auto’s onder de brug. De hoerenbuurt hoorde er gewoon bij.
Maar toen ik onder de brug parkeerde om voor de Gouden Gids een klant te bezoeken, leek het wel als of ik ineens in een andere wereld terecht was gekomen. Een wereld waar ik bijna dagelijks naar keek, maar die ik nooit écht zag. Totdat ik bij de fotografe binnenstapte. Een betere kennismaking met het prostitutievak kun je je niet wensen. We raakten aan de praat en zij leidde mij rond door haar fotostudio. Ook attendeerde ze mij op haar zojuist verschenen ‘hoerenhandboek’ De trukendoos. Een boek met tips voor meisjes in het vak.
Metje Blaak, schrijfster, fotografe, filmmaakster en oprichtster van De Rode Draad, een Nederlandse stichting uit 1985 die zich ten doel stelde de positie van sekswerkers te verbeteren, heeft alle takken van de prostitutie meegemaakt. Zij weet als geen ander hoe de vork in de steel zit. Toen ik haar bezocht had ze ‘het leven’ achter zich gelaten. Zij zette zich in voor de belangen van prostituees met haar eigen levensverhaal als leidraad. Ze verscheen regelmatig op TV en in de media.
Al pratend kwamen wij erachter dat haar familie bewoners waren van onze buurtschap bij Heino. Wij woonden op dat moment in een molen in Overijssel op steenworp afstand van Kasteel het Nijenhuis. Lees column De (her)ontdekking van de hemel. Metje Blaak assisteerde in die tijd haar familie tijdens een dierendagdiner voor boerderijdieren. Het gezellige spektakel werd op een 4 oktober uitgezonden op RTV Oost. Maar onze wegen scheidden en toen wij in 2000 naar Antwerpen verhuisden, vertrok zij naar Amsterdam.
Vanuit Antwerpen bezocht ik klanten in Zuid-Nederland en in het grensgebied met België. Wanneer ik binnendoor van Breda naar Antwerpen reed passeerde ik altijd een waaier aan ‘clubs’. De uitbaters net over de grens in België waren bijna allemaal Nederlanders. In België was de wet soepeler en werd de bedrijfstak gelijkgesteld aan het runnen van een winkel.
Ook Limburg, in de buurt van ons huis Aan de Berg in Montfort, kende in mijn Gouden Gidsperiode een levendige prostitutiezone, maar na de aanleg van de A73 tien jaar geleden zijn de huizen van plezier bijna allemaal verdwenen en werd de voormalige ‘Reeperbahn‘ het meest begeerde bedrijventerrein van Roermond. Maar voor een bezoekje aan De Wallen kan je hier nog altijd terecht.
En wie kent nog de rode dubbeldekker van Club Diana die een tijdje midden tussen akkers bij grensovergang Hazeldonk heeft gestaan. Het voertuig, beschilderd met een pin-upgirl, dook jarenlang op bij wielerwedstrijden, zelfs tijdens de Tour de France. De voormalige wielerbus was eigendom van een familie met een bordeel in Zundert. Drie zoons waren fanatiek wielrenner, en hun ouders kochten een tweedehands dubbeldekker zodat de jongens zich comfortabel konden verplaatsen, een wens van moeder. De hele familie ging mee op tour. Na de wielercarrière werd de bus als reclameobject gebruikt. Bijna dagelijks passeerde ik de blikvanger langs de snelweg van Antwerpen naar Breda.
In Antwerpen vielen we na de verhuizing direct met onze neus in de grimmigheid. Hoezo? Tijdens een wandeling door de oude binnenstad ontdekte BK (beeldend kunstenaar en echtgenoot) het levenloze lichaam van een man in een geparkeerde auto op de Oudeleeuwenrui, op een boogscheut van Café De Snor in het Schipperskwartier. Was het een afrekening in het criminele circuit? Enkele weken later zagen wij vanuit ons stadsappartement op de hoek van de Schuttershofstraat en de Huidevettersstraat een protestmars van Payoke door de straten trekken.
Payoke? Kunstlerares Patsy Sörensen richtte in 1987 een Belgisch opvangcentrum op voor prostituees en slachtoffers van mensenhandel. Het begon allemaal aan de keukentafel in haar huis in het Schipperskwartier, de rosse buurt van Antwerpen. In die tijd werd prostitutie gezien als een ‘beroep’ en niemand was geïnteresseerd in de verhalen achter de vrouwen. Ondanks de tegenstand en de vele bedreigingen vond Patsy Sörensen dat er iets moest gebeuren, en dat deed ze. Payoke liet van zich horen.
Net voor dat wij in Antwerpen kwamen wonen was in het Antwerpse Schipperskwartier het lichaam van een 17-jarig meisje gevonden. Zij was door twintig messteken om het leven gebracht. Een gruwelijke daad die heel Antwerpen choqueerde. De stad besloot om maatregelen te treffen. Het Antwerpse Schipperskwartier en de Amsterdamse Wallen zijn van oudsher prostitutiegebieden, en het ‘oudste beroep’ is veelal de oorzaak van overlast en crimineel gedrag. Deze stadsdelen vragen op gezette tijden om een hernieuwde aanpak.
Antwerpen kent sinds 1852 twee soorten prostituees; vrouwen die in bordelen werken en vrouwen die zelfstandig werken in gehuurde kamers of als straatprostituee. Wil je weten hoe de Antwerpse prostitutie zich heeft ontwikkeld? Ontdek dan de tentoonstelling ‘Cristal Palace of het verhaal van een lege ciderfles in een champagne-emmer’. Deze expositie was in 2021 te zien in Kunstgalerie Rossaert van Ronny Van de Velde in de Nosestraat, aan de rand van het Antwerpse Schipperskwartier. De bijzondere catalogus staat nu in zijn geheel online.
De tentoonstelling ‘Cristal Palace…’ laat zien hoe de prostitutie in die tijd verweven is met de opkomst van elektrisch licht en andere vernieuwingen. Ook kunstenaars lieten zich hierdoor inspireren. Was het niet Kees van Dongen die in zijn atelier in de Rue Saulnier, dicht bij de Folies-Bergère in Parijs, zijn modellen aanlichtte met helwit licht? Ook in het Antwerpse Cristal Palace kwamen dichters en kunstenaars als Paul van Ostaijen, Rik Wouters, James Ensor en Paul Joostens naar het ‘Glazen Kot’ om er te schrijven en te tekenen. Kunst was een perfect alibi.
Er zijn maar weinig foto’s van Cristal Palace bewaard gebleven. In 1968 is het bordeel in de Gorterstraat ingestort. Twee naaktdanseressen en een drummer lieten het leven. Een ‘buitenwipper’ kon nog net op tijd de barman in veiligheid brengen. De opengereten gevel bezorgde de voorbijgangers een blik op het geheimzinnige spiegelpaleis. De Gazet van Antwerpen liet er geen twijfel over bestaan: ‘De Gorterstraat is betrokken bij het saneringsplan van de stad. Het naastgelegen krot werd al eerder gestript.’ Wanneer je vandaag die plek bezoekt is er niets meer over van de sfeer van weleer.
Door de stijgende criminaliteit in het Schipperskwartier zocht Antwerpen naar een manier om de prostitutie te reguleren. In 2001 stelde het gemeentebestuur een prostitutieplan in werking. Uit veertien van de zeventien prostitutiestraten in het Schipperskwartier moesten de etalages met ‘de meiskes’ verdwijnen. In slechts drie straten zou raamprostitutie nog toegelaten worden. Maar waar moesten die vrouwen naartoe? En was er wel een ​​sociaal plan?
Kunstenaars verklaarden zich solidair met de prostituees. Zij staken de koppen bij elkaar en startten een actie. De leegstaande ramen zouden worden omgevormd tot kunstvitrines. En zo was ‘Bordello’ geboren. De media dook er bovenop, want wie kunst en erotiek combineert met politiek, is verzekerd van aandacht. Een presentatie van kunstgalerij de Zwarte Panter, die ooit in het pand van bordeel La Panthère Noire in de Wisselstraat was begonnen (lees column Spiritus Sancuts) situeerde kunst, prostitutie en de teloorgang ervan in een historisch kader. De tentoonstelling Bordello liep van januari tot maart 2002 en bestond uit drie weekends waaraan verschillende kunstenaars deelnamen. De ramen werden ingericht als expositieruimte. De meisjes waren suppoost.
BK had zich ook aangemeld voor de tentoonstelling. In zijn atelier aan de Schuttershofstraat schilderde hij voor deze gelegenheid het interieur van een zolderkamer waarin een bankje de hoofdrol speelt (zie afbeelding). Het geheel roept vragen op. Wat staat er in de Antwerpse Gazet? Van wie is de in de haast uitgeschopte blauwe pump met rode binnenvoering? En waarom hangt er op de schuine achterwand een met punaises opgeprikte poster van twee vrouwenhanden waarop met bloedrood ‘Bordello’ is geschreven? En wat ligt er eigenlijk in het venster. Een doorgesneden appel?
In dit schilderij verwerkte BK een keramisch object van kunstenaar Vincent Dame (1946-1995). BK kreeg het van zijn allereerste galeriehouder. Die kocht het in 1973 in galerie Het Kapelhuis in de Krankeledenstraat in Amersfoort. Vincent Dame combineerde in het beeld ‘Oogappel’ (zie afbeelding) elementen die in de natuur niet bij elkaar horen, zoals de schaamlippen en een oog in het klokhuis van de appel. ‘Oogappel’, legt Vincent Dame uit, staat symbool voor de Magna Mater, een van oorsprong Griekse moedergodin die niet alleen stond voor vruchtbaarheid en verzorging, maar die vooral ook een godin was met macht en tot wie men zich kon wenden voor bescherming.
Antwerpen zette de sanering door en het Schipperskwartier werd al snel een van de veiligste wijken van de stad met een als politiepost ingerichte portacabin op het Falconplein in het hart van de hoerenbuurt. We maakten het mee. In rap tempo gingen hele straten tegen de vlakte en verschenen er nieuwe huizen. Zo ongeveer het hele gebied tussen de Falconrui, de Generaal Belliardstraat, de Oudeleeuwenrui en het Falconplein werd gesloopt.
Zelfs het Internationaal Zeemanshuis, een legendarisch hotel voor zeelieden, moest wijken. Op die plek verschenen commerciële units, een kinderdagverblijf en luxe appartementen. Vrienden kochten een familieappartement in Residentie Falconhoven. Oorspronkelijk bevond zich hier het Falcontinnenklooster dat in de 14e eeuw werd gebouwd door muntmeester Falco De Lampage. De barokke Falconpoort uit 1671 is nog het enige overblijfsel van het in 1810 gesloopte klooster.
Napoleon gaf in 1810 de opdracht om op de plek van het voormalige klooster een kazerne te bouwen. Die moest in 1947 wijken voor het Internationaal Zeemanshuis. Recente opgravingen legden zeven eeuwen geschiedenis bloot. Het nieuw aangelegde Falco de Lampageplein en de nieuwbouwprojecten ‘Falconhoven’ en ‘De Schilden’ verwijzen naar een lange historie. Enkele overblijfselen zijn zichtbaar gemaakt waaronder een gedeelte van de oude kloostermuur. Een datumsteen van de militaire kazerne, en een bas-reliëf van het Internationaal Zeemanshuis zijn eveneens verwerkt in de nieuwbouw. En zo wordt de geschiedenis teruggebracht tot een paar objecten en een heel regiment aan straten, pleinen en ruien beginnend met de naam Falco.
Ook het in 1504 opgerichte ‘Godshuis Jan Van der Biest’ en de bijbehorende kapel aan de Falconrui kent een lange geschiedenis. Het hofje was een onderkomen voor vrouwen die oud en gebrekkig waren en het diende later als atelier en galerie. Galerie Arte Falco organiseerde vanaf 2001 tentoonstellingen in de kapel en BK was lid vanaf het eerste uur.
Vrouwen, kunstenaars, zeelui en liefdadigheid speelden eeuwenlang de hoofdrol op en rond het Falconplein. De buurt bood onderdak, zorg en steun. Ook het zeemanshuis moest verblijf, verzorging en vermaak bieden. Na de sloop is het grote arduinen bas-reliëf, dat was geïntegreerd in de gevel van de theaterzaal van het zeemanshuis aan de Generaal Belliardstraat, verhuisd naar de gevel van de inkomhal van het appartement van onze vrienden. Hoe bijzonder. Maar toen ik het reliëf op het spiksplinternieuwe Falco de Lampageplein terug zag, was alle romantiek verdwenen.
Tijdens een bezoek aan het appartement zag ik het beeldhouwwerk pas goed en kon ik het aanraken. Het reliëf stelt de zeevaart voor; Antwerpen als haven- en industriestad met een zeilschip, de kathedraaltoren, havenactiviteiten en meeuwen boven de Schelde. Op de voorgrond figureren een man en een vrouw elk aan een kant van het stadswapen van Antwerpen. Het geheel verbeeldt de metropool en verhaalt een wereldgeschiedenis.
Leopold Van Esbroeck, de maker van het beeld, was een gelauwerd kunstenaar, student van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, winnaar van vele prijzen, de jongste professor aan de Antwerpse Academie ooit, verantwoordelijk voor de restauratie van het Rubenshuis, restaurateur van de Calvariebeelden bij de Sint-Pauluskerk en nog veel meer. En nu is een van zijn meesterwerken weggestopt in de inkomhal van een nieuwbouwcomplex dat gebouwd is op de plek van het voormalige zeemanshuis. Wie had dat bedacht.
‘Weg met de volkswijk, omarm gentrificatie’, roepen de kranten. Metje Blaak uitte haar bedenkingen tegen het opschonen van de Deventer Bokkingshang in 2017. Zij vond dat er iets anders aan de hand was dan risico op criminele activiteiten achter de ramen. ‘Gemeente Deventer rekt de boel zodanig dat niemand straks die ramen nog wil bezetten. Het is gewoon een sterfhuisconstructie’, riep zij in een interview uit. Deventer drijft de prostitué naar het internet, en ook Amsterdam, waar ze vanaf 2001 is neerstreken, heeft in 2023 opschoning van De Wallen op de agenda gezet.
Nadat wij uit Antwerpen waren vertrokken om definitief terug te keren naar Nederland (lees column Open Haarden), kwam ik Metje Blaak weer tegen. De Gouden Gids verhuisde mijn werkplek van Breda en Den Bosch naar Amsterdam. Dat was even omschakelen. Wie het zachte zuiden is gewend voelt nauwelijks verschil met Vlaanderen maar boven de grote rivieren wordt het anders. Onderweg naar een klant die zojuist in het bezit was gekomen van het TOBACCO Theater aan de Nes, een theaterstraat in Amsterdam, passeerde ik fotostudio Metjemorfose.
Wist je dat het theater in de 17e eeuw een mengeling was van een restaurant, een bordeel en een huis van kunsten? In de Comédie Française in Parijs was het publiek soms net zo luidruchtig als de toneelspelers, en als in een van de loges de seksuele spanning van de bezoekers te hoog opliep dan werden de gordijnen van de ‘privékamertjes’ korte tijd gesloten. In het calvinistische Nederland zijn er tot de 18e eeuw amper theaters gebouwd. Sober leven, hard werken en zuinig zijn was het devies.
De Leidse Schouwburg uit 1705 is de oudste nog in gebruik zijnde theater van Nederland. Maar heerst er vandaag de dag niet in menig theater een sfeer van macht en onveiligheid bijna te vergelijken met de praktijken uit het prostitutiebedrijf, waar ‘dressuur’ een onderdeel is van het verhardingsproces. Hoe complex is het samenspel van factoren waarin de gedupeerde door zijn meerdere wordt ‘opgeleid’ om het gewenste resultaat neer te zetten. Er wordt veel geïncasseerd, en weglopen heeft geen zin. Je mond open doen betekent; je plek (lees geld) verliezen.
Verharding neemt hand over hand toe, ook in de prostitutie. Het legendarische Antwerpse bordeel Cristel Palace dateert uit een periode dat er voor het eerst erotische foto’s werden gemaakt en verspreid. Dat zag er nog gezellig uit. Iedereen op de foto’s leek vrolijk. Je krijgt ook echt het gevoel dat mensen zich amuseerden, vertelt Dr. Kate Lister een autoriteit op het gebied van seksuele geschiedenis, in een interview.
Maar die tijd kende ook andere plekken. Neem bijvoorbeeld de Zandstraat in Rotterdam. Geen havenstad zonder rosse buurt, en die Rotterdamse Zandstraatbuurt was over de hele wereld beroemd en berucht. Wat er zich afspeelde in de donkere stegen, sloppen en krotten weten we van journalist en schrijver Rie (M.J.) Brusse (1873-1941). Tientallen jaren schreef hij dagelijks reportages voor NRC onder de titel ‘Onder de Menschen’. Veel van zijn verhalen zijn in boekvorm uitgegeven. Het rosse leven en sterven van de Zandstraat met tekeningen van Kees van Dongen is een van zijn bestsellers.
Schrijver en journalist Peter Brusse (1936), zoon van Rie Brusse, schreef in 2017 een mooi boek over zijn vader met de titel Onder de mensen. Peter Brusse was vier jaar toen zijn vader stierf en hij heeft hem nauwelijks gekend. Onder de mensen is een magistraal boek waarin geschiedschrijving, biografie en memoires moeiteloos in elkaar overgaan. Peter Brusse beschrijft onder andere hoe zijn vader optrok met Kees van Dongen die als tekenaar werkte voor het Rotterdamsch Nieuwsblad en ook illustraties maakte voor de boeken van Rie Brusse. Kees van Dongen legde de Zandstraatbuurt ongepolijst vast.
‘Als hij de stadse bravigheid even beu was, het dagelijkse werk had gedaan, zakte Rie Brusse maar al te graag de Polder in, zoals de Zandstraatbuurt in de volksmond werd genoemd: ‘De pittigste, ­eigenste, schilderachtigste wijk van heel dat stomweg voortjakkerende Rotterdam.’ Hij doolde er rond met zijn kunstenaarsvrienden Kees van Dongen en Isaac Israëls en zanger-troubadour Koos Speenhoff. De Polder was voor kunstenaars een bron van inspiratie. Daar zag je het echte leven, daar hoorde je de echte verhalen.’ Fragment uit Onder de mensen van Peter Brusse.
Wist je dat Rie Brusse de eerste undercoverjournalist van Nederland was? En dat hij zich vermomde als zeeman om onder mensen te kunnen komen? Hij verfde zijn baard en trok sjofele zeemanskleren aan. Een voordeel was dat hij er op zijn 26e al oud en vermoeid uitzag. Samen met een vriend vertrokken ze eerst naar Antwerpen om te oefenen. Zo gaf Rie Brusse ‘het leven’ een stem. Hij beschreef slachtoffers, koppelaars, oplichters, paspoortvervalsers, zeemansvrouwen en meiden van plezier in hun onvervalste spreektaal. Namen noemde hij niet. Die stonden in zijn reportersboekje.
Het onbekende wereldje waar de ‘zeeman af- en aanmonstert’ greep hem aan. Rie Brusse pleitte niet alleen voor het uitbannen van koppelbazen, maar ook voor het oprichten van zeemanshuizen en het organiseren van muziekavonden, voordrachten en toneelvoorstellingen in een huiselijke omgeving. Hij was sociaal bewogen. In zijn boek Van af- tot aanmonsteren, het leven van den zeeman aan den wal beschrijft Rie Brusse hoe de zeeman wordt opgelicht, niet alleen door negotiemensen en lieden in kroegen en bordelen, maar….door heren !! Ook Rotterdam opende, net als Antwerpen in 1953 een zeemanshuis met recreatiegelegenheid en een kapel.
Rie Brusse bewonderde het ruwe talent van de brutale Kees van Dongen en deed zijn best om ‘diens snelle, rake houtskooltekeningen van de meiden, de pooiers, de oudgedienden aan de man te brengen, maar niemand had er belangstelling voor. De Rotterdammers hadden geen oog voor de vaak deerniswekkende schoonheid van die droeve portretten op goedkoop blauw kastpapier’. Kees van Dongen vertrok naar Parijs om tijdschriften te gaan illustreren. Hij vond samen met zijn vrouw Guus Preitinger een woning in een doodlopende steeg in Montmartre.
Was de Zandstraat het Montmartre van Rotterdam? Isaac Israëls vond de Zandstraat te banaal en niet mondain genoeg. Paul Signac zei dat Rotterdam hem zo verschrikkelijk tegenviel. ‘Wat is de liefde hier akelig reëel, zo helemaal zonder romantisch sfeer er omheen; het is bruut en brutaal – die bonkige meiden, dat grove katoen…och als je dan onze deerntjes ziet dansen…’ . Ontdek via het boek en de podcast ‘De ziel van Parijs’ van Dirk Velghe de legendarische bordelen van Parijs die, tot aan het wettelijk verbod in 1946, over de hele wereld bekend stonden als maisons closes. Nooit in de geschiedenis van de prostitutie was betaalde seks zo goed geregeld.
De Zandstraatbuurt werd omstreeks 1915 afgebroken om plaats te maken voor het nieuwe stadhuis van Rotterdam en het hoofdpostkantoor. Koos Speenhoff, bekend van Daar komen de schutters, schreef een lied over de afbraak van de buurt. Het eerste couplet eindigt met de regels; De heele keet wordt afgebroken/ De heeren krijgen nou d’r zin/ De meiden motten uit d’r zaakies/ De burgemeester trekt er in. Welke burgemeester er in oktober 2024 intrekt is inmiddels bekend gemaakt.
Wil je weten hoe de buurt van toen eruit zag? Kunstenaar Ieneke van der Kooy geeft op basis van oude stadsplattengronden een nieuw gezicht aan de Zandstraatbuurt. Zij ontdekte dat er tot 1910 nog een volledig onaangeroerd Middeleeuws stratenpatroon te zien was. Die geschiedenis heeft zij zichtbaar gemaakt met behulp van verschillende technieken zoals: bewerkte foto’s, reliëfs, tekeningen, borduurwerk, ruimtelijk werk in steen en papier-maché, video en muziek (zie bij tips).
Rond 1900 vestigde Kees van Dongen zich definitief in Parijs. Er wordt wel beweerd dat hij de Franse taal heeft geleerd tussen de lakens bij de hoeren. Maar die leerden hem niet alleen de taal toch? Zij vormden een bron van inspiratie. Onder het motto ‘de vrouw is het mooiste landschap’ schilderde hij bij voorkeur naakte vrouwen en prostituees. Ook BK (echtgenoot en beeldend kunstenaar) schilderde naakte vrouwen in zijn theateratelier op landgoed Beverweerd (lees column Stille getuigen).
Voor RB maakte hij een ’Voor Rob’-schilderij met daarop een geschilderd briefje met de tekst ‘Rob, nodig zo nu en dan een model uit, dit houdt de spanning er in! BK en RB nodigden regelmatig modellen uit en tekenden en schetsten figuren in verschillende maten en kleuren. Maar het fraaist door BK geschilderde naakt is wel De terugblik, naar Velasquez. In dit schilderij verwerkte BK ook weer de ‘Oogappel’ van Vincent Dame, een verwijzing naar de moedergodin Magna Mater.
Kees van Dongen werkte in zijn atelier naast de Folies-Bergère als eerste met elektrisch licht om de vrouwen te portretteren. De beste bordelen van die tijd trokken de aandacht van beroemde kunstenaars. Had Henri de Toulouse-Lautrec niet een atelier tussen Le Chat Noir en Le Moulin Rouge? En in Le Sphinx, het eerste luxe bordeel van Parijs, hielden veel vrouwen zich nooit bezig met prostitutie maar werkten als hostesses en lieten zich betalen zich als model. In dit bijzondere bordeel kon je een reis maken door verschillende wereldruimtes en belandde je zomaar in het Egypte van Cleopatra. Waren die wanden niet beschilderd door Kees van Dongen?
Zo zie je maar weer dat kunst en erotiek goed samengaan. Singer Laren toonde vorig jaar een zeer succesvolle Van Dongen-tentoonstelling. Het was de best bezochte tentoonstelling ooit voor het Gooise museum. Singer Laren is een op Amerikaanse leest geschoeid instituut. Dat wil zeggen: niet afhankelijk van overheidssubsidies. Bewoners van het Gooi en ook daarbuiten dragen het museum een warm hart toe en doneren geld om deel uit te mogen maken van de ‘club’. Onder leiding van de huidige directie is het museum een groot succes, en wie wil daar niet bij horen.
Onlangs bezochten wij de Breitner-tentoonstelling in Singer Laren met een bijna-negentig jarige vriendin. Ze viel nauwelijks op tussen de goed geklede en zichzelf amuserende tijdgenoten in het museum waar ‘de kunst van het vragen’, verantwoord wordt toegepast. De catchphrase ‘de kunst van het vragen’ werd in mijn tijd ook bij de Gouden Gids gehanteerd. Het vergt een heel eigen aanpak, want vragen om een opdracht, vragen om geld en vragen om een vervolgafspraak zijn allemaal ingrediënten van het verkoopvak. Als je niets vraagt krijg je ook niks, toch? Maar hoe doe je dat?
Kees van Dongen had een radar om bij de juiste mensen in beeld komen en recht op zijn doel af te gaan. En ook Singer Laren steekt veel tijd en energie in het verbinden van donateurs, bedrijven en zeer vermogende particulieren aan het museum. Maar de gever vindt het zeker een eer om door Singer Laren te worden gevraagd. Wist je dat Els Blokker haar hele privéverzameling Collectie Nardinc aan Singer Laren heeft geschonken? En dat de Nardinc-vleugel die onlangs is toegevoegd aan het museum door haar is betaald?
De collectie van Jaap en Els Blokker verhuisde van hun landhuis Nardinclant in Laren naar het Singer Museum. Minder bekend is dat landhuis Nardinclant na de Tweede Wereldoorlog en voordat de Blokkers het betrokken is verkocht geweest aan de Dochters der Wijsheid, een Franse kloosterorde opgericht in 1703 door de heilige Mariavereerder Louis-Marie de Montfort en de zalige Louise. Volgelingen vestigden zich, na hun gedwongen vertrek uit Frankrijk als gevolg van de Franse revolutie, in 1881 in Schimmert in Limburg. Nardinclant Laren werd hun rusthuis, compleet met katholieke kapel.
Nardinclant (Land van Naarden en middeleeuws voor het Gooi) is altijd nauw verbonden geweest met schoonheid, kunst en liefdadigheid. Els Blokker verkocht het huis in 2018 en nu is de historische tuin toegankelijk voor publiek. Het levenswerk van de familie Blokker is ondergebracht bij museum, theater, en beeldentuin Singer Laren. De Blokkers haalden een groot deel van hun levenslust uit het verzamelen van kunst, en met de Nardinc-vleugel en Collectie Nardinc wilden zij iets teruggeven aan de samenleving. Bekijk vooral ook de documentaire ‘Made in Holland – De Grote Gift’ van Oeke Hoogendijk.
In Singer Laren kijkt een blonde vrouw met grote amandelvormige ogen naar de toeschouwer. Ze heeft de wind in de rug. Op haar linker borst prijkt een rode roos, symbool van liefde en naastenliefde maar ook van decadentie. De roos is een dubbelzinnig symbool. Het staat voor zowel leven als dood, en voor vruchtbaarheid en maagdelijkheid. Maria, de moeder van Jezus, is van alle rozen. Kunst en leven gaan hand in hand. Het schilderij Femme à la rose (1925) van Kees van Dongen is een schenking aan Singer Laren. Maar let wel… ’Wie de roos wil plukken, moet de doornen niet ontzien’.
afb. schilderij Bordello Bert Kinderdijk, BK. Oogappel Keramiek Vincent Dame
afb. Schilderij ‘Bordello‘ Bert Kinderdijk, BK | Collectie BK
afb. Keramiek object ‘Oogappel’ Vincent Dame | Collectie BK
Tips: Let op! De tips hebben geen link, kopieer de regel en plaats die in de browser
Moeder Blokker wil zoons uit familiebedrijf laten zetten | NRC
Deventer raamprostitutie | Bokkingshang
80 jaar vrijheid | Operatie Market Garden
NPO 1 | NOS 80 jaar bevrijding – Zuid-Nederland bevrijd en de aanloop naar Operatie Market Garden die op 17 september 1944 begon
Film | A Bridge Too Far (1977)
Metje Blaak | Schrijfster, fotografe, filmmaakster
De Rode Draad | Metje Blaak
Hoerenhandboek De trukendoos | Metje Blaak

Schipperskwartier, de rosse buurt van Antwerpen | Stadswandeling
Jan Lampo | Kroniek van het Schipperskwartier
Patsy Sörensen | Voormalige politica en mensenrechtenactiviste
Payoke | Gespecialiseerde opvang en begeleiding voor alle slachtoffers van mensenhandel

PDF | Cristal Palace of het verhaal van een lege ciderfles in een champagne-emmer
Antiquariaat Rossaert | Ronny van de Velde
Galerie De Zwarte Panter Antwerpen | Sinds 1968

Internationaal Zeemanshuis Antwerpen
Van Valkenbroek tot Falconhoven
Falconhoven Apartment Building
De falcontinnen en Falco de Lampage de Pistorio | Stadsgids Inez Van de Leest

De barokke Falconpoort uit 1671
Godshuis Van der Biest | Falconrui
Leopold Van Esbroeck (1911-2010) Beeldhouwer en Schilder

Boek, Pol Van Esbroeck. Beeldhouwer | Mieke Coppens
Gezellige porno uit het Victoriaanse tijdperk | Dr. Kate Lister
Peter Brusse | Onder de mensen M.J. Brusse (1873-1941), journalist

Het rosse leven en sterven van de Zandstraat met tekeningen van Kees van Dongen
Kunst en cultuur en de Zandstraatbuurt
Kunstenaar Ieneke van der Kooy | Zandstraat in kaart
Website Bert Kinderdijk

Boek en Podcast De ziel van Parijs | Auteur Dirk Velghe en meesterverteller Rik Van Puymbroeck
Prostitutie in negentiende-eeuws Parijs | Historiek.net

De Franse televisieserie Maison Close (2010-2013)
Singer Laren | Museum, theater, beeldentuin, villa, museumshop, restaurant en evenementenlocatie
Singer Laren | Collectie Nardinc

Documentaire ‘Made in Holland – De Grote Gift’ | Oeke Hoogendijk
Landgoed Nardinclant | Laren (NH)
Dochters der Wijsheid
Femme à la rose (1925) | Kees van Dongen
| Collectie Singer Laren
Horen zien en linken